RvdW 2012/1227
Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging; beslissing tot opneming door geneesheer-directeur op voet art. 14d lid 1 Wet Bopz; later verleend voorwaardelijk ontslag; beoordeling rechter beslissing opneming op voet art. 14e Wet Bopz: maatstaf; beoordeling ex nunc; grenzen rechtsstrijd.
HR 05-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5789
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/03168
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BX5789
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5789, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5789, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2012
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging; beslissing tot opneming door geneesheer-directeur op voet art. 14d lid 1 Wet Bopz; later verleend voorwaardelijk ontslag; beoordeling rechter beslissing opneming op voet art. 14e Wet Bopz: maatstaf; beoordeling ex nunc; grenzen rechtsstrijd.
De rechter dient in een geval als het onderhavige ex nunc te oordelen (vgl. HR 17 februari 2006, NJ 2008/367, m.nt. J. Legemaate). De rechtbank heeft onderzocht of op het tijdstip van haar beschikking (27 maart 2012) was voldaan aan (een van) de gronden van art. 14d Wet Bopz voor een gedwongen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.