Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 124
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Mijnbouwwet (31-10-2002, Stb. 542).
- Bronpublicatie:
06-12-2002, Stb. 2002, 604 (uitgifte: 24-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2002, Stb. 2002, 603 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
De bijdrage die een mijnbouwondernemer, behorende tot de laatste in artikel 121, tweede lid, genoemde sector, verschuldigd is, omvat een bedrag ter grootte van de voorschotten die in het voorafgaande kalenderjaar ten laste van het fonds zijn betaald in verband met zijn verkenningsonderzoeken.
2.
Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt verhoogd met een bedrag ter dekking van het aandeel van de sector in een tekort, berekend overeenkomstig artikel 121, derde lid. Het in de eerste volzin als laatste genoemde bedrag wordt bepaald door het aandeel van de sector in het tekort te verdelen over de mijnbouwondernemers die in het voorafgaande kalenderjaar verkenningsonderzoek hebben verricht, naar evenredigheid van het aantal onderzoeken dat ieder van hen in dat jaar heeft verricht. Onze Minister stelt de bijdrage voor 1 april vast.
3.
Indien in het voorafgaande kalenderjaar geen verkenningsonderzoek is verricht, is de bijdrage verschuldigd door de mijnbouwondernemers die in het aan dat kalenderjaar voorafgaande tijdvak van vijf kalenderjaren verkenningsonderzoek hebben verricht. De tweede en derde volzin van het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing.