JWB 2010/86
Ontbinding van een overeenkomst. Gronden voor herroeping van een arrest. Schuldeisersverzuim.
HR 05-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0007
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 maart 2010
- Zaaknummer
08/03925
- LJN
BL0007
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0007, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0007, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2010
- Wetingang
Art. 81 RO; art. 6:58 BW; art. 6:61 lid 2 BW
Essentie
Ontbinding van een overeenkomst. Gronden voor herroeping van een arrest. Schuldeisersverzuim.
Samenvatting
Casus
De Gemeente heeft bij inleidende dagvaarding van 22 oktober 2001 primair gevorderd dat de rechtbank Breda zal verklaren voor recht dat de overeenkomst van juni 2000 met ingang van 2 juli 2001, dan wel op een nader te bepalen tijdstip, buitengerechtelijk is ontbonden, en subsidiair dat de rechtbank de overeenkomst zal ontbinden en zal bepalen dat het de Gemeente vrijstaat het perceel met ingang van de datum van het vonnis aan een derde te verkopen en te leveren. In reconventie heeft eiseres in cassatie onder meer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.