RAV 2012/71
Toerekenbare tekortkoming. Heeft de bank een vordering uit hoofde van een geldleningsovereenkomst en slaagt het verweer dat de bank is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen en deswege verplicht is tot vergoeding van de dientengevolge geleden schade?
HR 20-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1293
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 april 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/01270
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BV1293
- JCDI
JCDI:ADS911464:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV1293, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑04‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV1293, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑04‑2012
- Wetingang
Essentie
Toerekenbare tekortkoming. Aansprakelijkheid. Redelijkheid en billijkheid.
Heeft de bank een vordering uit hoofde van een geldleningsovereenkomst en slaagt het verweer dat de bank is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen en deswege verplicht is tot vergoeding van de dientengevolge geleden schade?
Samenvatting
De C-groep werd gefinancierd door de bank. In 2002 is de C-groep in financiële moeilijkheden komen te verkeren en is tussen de bank, de C-groep en haar middellijk bestuurder A (verweerder) een convenant gesloten waarin — kort gezegd — afspraken zijn gemaakt over een additionele financieringsbehoefte. De bank heeft in dat kader een bedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.