De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht
Einde inhoudsopgave
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/5.1:5.1 Inleiding
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/5.1
5.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J.P. Schild, datum 06-11-2012
- Datum
06-11-2012
- Auteur
mr. A.J.P. Schild
- JCDI
JCDI:ADS390025:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Daarnaast werd een beroep gedaan op schending van de fundamentele beginselen van procesrecht en art. 429l (vervallen per 1 januari 2002) dat luidde als volgt: “Iedere belanghebbende heeft recht op inzage en afschrift van het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden, de processen-verbaal en de beschikkingen.”
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij beschikking van 3 december 1987 oordeelde de Ondernemingskamer dat gebleken was van wanbeleid bij Ogem Holding N.V. (hierna Ogem). Enige voormalige leden van de raad van bestuur en raad van commissarissen stelden daarop cassatieberoep in tegen de beschikking van de Ondernemingskamer. In cassatie werd onder meer aangevoerd dat de wijze waarop het oordeel van de Ondernemingskamer tot stand was gekomen de toets van art. 6 EVRM niet kon doorstaan.1 De bestuurders en commissarissen betoogden – kort gezegd – dat zij van de Ondernemingskamer onvoldoende ruimte hadden gekregen zich te verweren tegen de aantijgingen in het verslag. Zij wezen daarbij erop dat zij onvoldoende waren betrokken bij de totstandkoming van het onderzoeksverslag. Aldus kon niet worden gesproken van een fair trial als bedoeld in art. 6 EVRM. Dergelijke klachten roepen de vraag op welke eisen art. 6 lid 1 EVRM stelt aan de enquêteprocedure. Deze vraag en meer in het algemeen de vraag op welke wijze art. 6 EVRM het Nederlandse ondernemingsrecht beïnvloedt, is het onderwerp van onderzoek van dit hoofdstuk.
Op voorhand zijn er niet veel bepalingen aanwijsbaar in het Nederlandse ondernemingsrecht waarbij het denkbaar is dat zich een spanning zal kunnen voordoen met de eisen die volgen uit art. 6 EVRM. Het is vooral in de enquêteprocedure dat zich vragen kunnen voordoen met betrekking tot art. 6 EVRM. Alvorens die vragen te bespreken volgt eerst een korte inleiding over art. 6 EVRM.