Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 14-10-1966
- Bronpublicatie:
18-03-1965, Trb. 1966, 152 (uitgifte: 25-05-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-10-1966
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-1966, Trb. 1966, 225 (uitgifte: 01-01-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Centrum, alsmede zijn tegoeden, eigendommen en inkomsten en de op grond van dit Verdrag door hen verrichte handelingen en transacties zijn vrijgesteld van alle belastingen en douanerechten. Het Centrum is eveneens vrijgesteld van elke aansprakelijkheid voor de invordering of betaling van belastingen of douanerechten.
2.
Geen belasting wordt geheven op of in verband met de door het Centrum aan de Voorzitter of de leden van de Raad van Bestuur betaalde onkostenvergoedingen, of op of in verband met de salarissen, onkostenvergoedingen of andere emolumenten welke door het Centrum aan de ambtenaren of het overige personeel van het Secretariaat worden betaald, behalve voor zover het betreft hen, die onderdaan zijn van het land waar zij hun werkzaamheden verrichten.
3.
Geen belasting wordt geheven op of in verband met de honoraria of onkostenvergoedingen, ontvangen door personen die optreden als bemiddelaars, arbiters of leden van een ingevolge artikel 52, lid 3, ingesteld Comité, in de gedingen die krachtens dit Verdrag plaatsvinden, indien het enige aanknopingspunt voor het opleggen van die belasting is de plaats waar het Centrum is gelegen of de plaats waar het geding plaatsvindt, of de plaats waar deze honoraria of vergoedingen worden betaald.