Einde inhoudsopgave
Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groot-Hertogdom Luxemburg
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 19-11-1951
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is gelijkgesteld met de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging. De in het Verdrag omschreven maatregelen zullen ingevolge artikel 22 in werking worden gesteld op tijdstippen, welke in onderling overleg tussen de Verdragsluitende Partijen zullen worden vastgesteld.
- Bronpublicatie:
18-02-1950, Stb. 1951, 215 (uitgifte: 19-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-11-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-12-1951, Trb. 1951, 159 (uitgifte: 01-01-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Internationaal belastingrecht (V)
In Nederland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie wordt de accijns op aldaar vervaardigde en op ingevoerde tot verbruik bereide tabak geheven naar de volgende bedragen en maatstaven:
a. | Sigaren met dichtgewerkte kop, wegende per 1.000 stuks 3½ kg of meer: 27% | Van de kleinhandelsprijs, volgens een schaal, welke, eventueel met een minimum prijs als grondslag, door de bevoegde Ministers wordt vastgesteld. |
b. | Andere sigaren: 33% | |
c. | Sigaretten: 62% | |
d. | Rooktabak, snuif en droge pruimtabak: 40% | |
e. | Natte pruimtabak: fl. 0,08 of fr. 1,‒ per kilogram. |