NJ 1953/418
Tussentijds onrechtmatig ontslag en toestemming Dir. G. A. Inroeping nietigheid ontslag.
HR 08-05-1953, ECLI:NL:HR:1953:126
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 mei 1953
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, van der Meulen, Losecaat Vermeer en de Jong
- Zaaknummer
[08051953/NJ_1953-418]
- Conclusie
Mr. Eggens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS166988:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:126, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑05‑1953
- Wetingang
Essentie
Tussentijds onrechtmatig ontslag en toestemming Dir. G. A. Inroeping nietigheid ontslag.
Samenvatting
Onjuist is de stelling dat het verbod van art. 6, lid 1, B.B.A. toepassing mist ingeval bij een voor bepaalden tijd aangegane arbeidsovereenkomst de arbeidsverhouding door tussentijdse opzegging onrechtmatig wordt verbroken.
Uit geen der aangehaalde wettelijke voorschriften volgt, dat de bij art. 9 bedoelde nietigheid slechts in rechte kan worden ingeroepen, noch dat de ontslagene onder alle omstandigheden op de buiten rechte gedane keuze kan terug komen.
Partij(en)
C. F. van Lieshout, te Schiedam, eiser tot cassatie van een vonnis op 21 Oct. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.