BNB 2019/45
Prejudiciële vragen. Rijnvaart. Hoge Raad ziet af van beantwoording. Vereiste dat antwoord nodig is om op het (hoger) beroep te beslissen
HR 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2114, m.nt. A.L. Mertens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 november 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
18/04103
- Noot
A.L. Mertens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18171:1
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2114, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑11‑2018
- Wetingang
Art. 27ga lid 1 en 8 AWR
Essentie
Prejudiciële vragen. Rijnvaart. Hoge Raad ziet af van beantwoording. Vereiste dat antwoord nodig is om op het (hoger) beroep te beslissen
Samenvatting
Het Hof heeft de Hoge Raad een tweetal prejudiciële vragen gesteld in een Rijnvaartzaak.
HR: De prejudiciële vragen behelzen naar de kern genomen de vraag naar de werking van een door de Sociale Verzekeringsbank verstrekte A1-verklaring in een belastingrechtelijke procedure. Deze vraag is reeds beantwoord in HR, BNB 2019/44c*, zodat er geen aanleiding is om de vragen prejudicieel te beantwoorden.
Met betrekking tot de tweede prejudiciële vraag, inzake een door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.