Europees Verdrag betreffende de sociale zekerheid van arbeiders werkzaam bij het internationaal vervoer
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1958
- Bronpublicatie:
09-07-1956, Trb. 1957, 111 (uitgifte: 08-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1958
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-1958, Trb. 1958, 121 (uitgifte: 01-01-1958, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Een arbeider die op het grondgebied van een der Verdragsluitende Partijen het slachtoffer wordt van een bedrijfsongeval of van een beroepsziekte en zich bevindt op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan die, waarvan de wetgeving op hem van toepassing is gezien de in artikel 1, onder h), van dit Verdrag omschreven werkzaamheden, heeft recht op uitkeringen in natura en op periodieke uitkeringen in geld anders dan renten, alsof het ongeval of de beroepsziekte ware voorgevallen op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij, waarvan de wetgeving op hem van toepassing is.
2.
Ten aanzien van de uitkeringen in natura zijn de leden 2, 3 en 4 van artikel 3 van dit Verdrag van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien een verzekering tegen bedrijfsongevallen of beroepsziekten niet bestaat op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij, waarop de arbeider zich bevindt, of indien zodanige verzekering bestaat, doch niet voorziet in organen voor het verstrekken van uitkeringen in natura, worden deze verstrekt door het orgaan van de verblijfplaats, dat bevoegd is voor de toekenning van uitkeringen in natura ingeval van ziekte.
4.
Indien een wetgeving het geheel kosteloos verstrekken van uitkeringen in natura afhankelijk stelt van het gebruik dat de betrokkene maakt van een door de werkgever ingestelde geneeskundige dienst, worden de uitkeringen in natura, toegekend overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, beschouwd als te zijn verleend door die geneeskundige dienst.
5.
Ten aanzien van de periodieke uitkeringen in geld, anders dan renten, is artikel 3, lid 5, van dit Verdrag van overeenkomstige toepassing.