NJ 1925, p. 1117
HR, 28-08-1925
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 augustus 1925
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Jhr. Feith, Visser, Ort en Schepel.
- Zaaknummer
[28081925/NJ_1925,_p._1117]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS121364:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1925:22, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑08‑1925
- Wetingang
Samenvatting
Bij het cassatieberoep van het in een onteigeningsgeding gewezen eindvonnis kan bestreden worden een in het interlocutoire vonnis voorkomende eindbeslissing, welke tot de beslissing van het eindvonnis in rechtstreeksch verband staat. (Het tevoren tegen bedoeld interl. vonnis ingesteld cassatieberoep was bij arrest van 4 Februari 1925, N. J. 1925 blz. 443 niet-ontvankelijk verklaard. Red.).
Rechtb.: Nu het bedrijf van caféhouder werd uitgeoefend in strijd met de Drankwet, kan des wege geen bedrijfsschade worden toegekend.
H. R.: De tegen deze beslissing gerichte grieven kunnen niet tot cassatie leiden.
Partij(en)
Louise Charlotie Sars, echtgenoote van en ten deze bijgestaan ...