Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849
Artikel 28 Administratieve sancties en maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Onverminderd het recht om te voorzien in strafrechtelijke sancties en ze op te leggen, stellen de lidstaten de voorschriften vast met betrekking tot de administratieve sancties en maatregelen die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen zij alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De ingestelde sancties en maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend en stroken met de sancties en maatregelen die zijn vastgesteld in overeenstemming met Hoofdstuk VI, afdeling 4 van Richtlijn (EU) 2015/849.
De lidstaten kunnen met betrekking tot inbreuken op de bepalingen van deze verordening waarop krachtens hun nationale strafrecht reeds strafrechtelijke sancties staan, besluiten geen regels voor administratieve sancties en maatregelen vast te stellen. In dergelijk geval stellen zij de Commissie in kennis van de betrokken strafrechtelijke bepalingen.
2.
De lidstaten dragen ervoor zorg dat indien betalingsdienstaanbieders en aanbieders van cryptoactivadiensten aan verplichtingen zijn onderworpen, er bij een inbreuk op bepalingen van deze verordening, overeenkomstig het nationale recht, sancties of maatregelen kunnen worden opgelegd aan de leden van het bestuurslichaam van de betrokken aanbieder en alle andere natuurlijke personen die uit hoofde van het nationale recht voor de inbreuk verantwoordelijk zijn.
3.
De lidstaten stellen de Commissie en het in artikel 9 bis, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde permanent intern comité inzake anti-witwassen en het tegengaan van terrorismefinanciering in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften. Nadien stellen de lidstaten de Commissie en dat permanent intern comité zonder onnodige vertraging van eventuele latere wijzigingen in kennis.
4.
De bevoegde autoriteiten beschikken overeenkomstig artikel 58, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 over alle toezichts- en onderzoeksbevoegdheden die nodig zijn voor de uitoefening van hun taken. Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om administratieve sancties en maatregelen vast te stellen, werken de bevoegde autoriteiten nauw met elkaar samen om ervoor te zorgen dat die administratieve sancties of maatregelen de gewenste resultaten opleveren en om hun optreden te coördineren als het om grensoverschrijdende zaken gaat.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de in artikel 29 genoemde inbreuken wanneer die tot hun voordeel zijn gepleegd door personen die individueel of als lid van een orgaan van die rechtspersoon optreden en die binnen de rechtspersoon een leidende functie bekleden op grond van:
- a)
de bevoegdheid om de rechtspersoon te vertegenwoordigen;
- b)
de bevoegdheid om namens de rechtspersoon beslissingen te nemen, of
- c)
de bevoegdheid om binnen de rechtspersoon zeggenschap uit te oefenen.
6.
De lidstaten zorgen eveneens ervoor dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld wanneer, als gevolg van een gebrek aan toezicht of controle door een in lid 5 van dit artikel bedoelde persoon, een van de in artikel 29 bedoelde inbreuken tot het voordeel van die rechtspersoon kon worden gepleegd door een persoon die onder diens gezag staat.
7.
De bevoegde autoriteiten oefenen hun bevoegdheden om in overeenstemming met deze verordening administratieve sancties en maatregelen op te leggen, op één van onderstaande manieren uit:
- a)
direct;
- b)
in samenwerking met andere autoriteiten;
- c)
onder hun verantwoordelijkheid door middel van delegatie aan die andere autoriteiten;
- d)
middels een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.
Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om administratieve sancties en maatregelen op te leggen, werken de bevoegde autoriteiten nauw met elkaar samen teneinde ervoor te zorgen dat die administratieve sancties of maatregelen de gewenste resultaten opleveren, en om hun optreden te coördineren wanneer het om grensoverschrijdende zaken gaat.