NJB 2017/435
Beklag aangaande beslag door een derde die om teruggave verzoek van het ingevolge art. 94a Sv inbeslaggenomene, art. 552a Sv: in zo’n geval moet de rechter als maatstaf aanleggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat die derde als rechthebbende van het in beslag genomen goed moet worden aangemerkt en daarvan in zijn beslissing blijk geven. Bij bevestigende beantwoording zal de rechter tevens moeten onderzoeken en daarvan blijk moeten geven of zich de situatie van (thans) art. 94a lid 4 of lid 5 (oud) Sv voordoet. Het gaat bij dit beklag in casu om het antwoord op de vraag of de erflater redelijkerwijs als rechthebbende van de in beslag genomen auto moet worden aangemerkt
HR 07-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:181
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02042
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:181, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Beklag aangaande beslag door een derde die om teruggave verzoek van het ingevolge art. 94a Sv inbeslaggenomene, art. 552a Sv: in zo’n geval moet de rechter als maatstaf aanleggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat die derde als rechthebbende van het in beslag genomen goed moet worden aangemerkt en daarvan in zijn beslissing blijk geven. Bij bevestigende beantwoording zal de rechter tevens moeten onderzoeken en daarvan blijk moeten geven of zich de situatie van (thans) art. 94a lid 4 of lid 5 (oud) Sv voordoet. Het gaat bij dit beklag in casu om het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.