JWB 2005/50
Tussenarrest, incidentele vordering
HR 04-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR6188
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2005
- Zaaknummer
C04/008HR
- LJN
AR6188
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR6188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR6188, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2005
- Wetingang
Art. 401a Rv
Essentie
Tussenarrest, incidentele vordering
Samenvatting
Casus
Eiser in cassatie is aangesproken tot betaling van een geldbedrag. Hij heeft voor alle weren bij incidentele conclusie de onbevoegdheid van de rechtbank ingeroepen. Hij stelt dat krachtens de toepasselijke algemene voorwaarden omtrent de vordering in arbitrage moet worden beslist. Uiteindelijk heeft de rechtbank in het incident de vordering afgewezen. Het Hof heeft dit vonnis bekrachtigd.
Rechtsvraag
De vraag in cassatie is of er sprake is van een tussenvonnis.
Beslissing
De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van een tussenvonnis. Een vonnis in een incident waarin de rechter een beroep op zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.