NJ 1921, p. 791
Schuldvergelijking. Vatbaarheid voor dadelijke vereffening. Onsplitsbare bekentenis.
HR 20-05-1921, ECLI:NL:HR:1921:98
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 1921
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. J. A. A. Bosch, Jhr. R. Feith, J. Kosters en B. Ork.
- Zaaknummer
[20051921/NJ_1921,_p._791]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS149031:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:98, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑1921
- Wetingang
(BW art. 1463, 1961.)
Essentie
Schuldvergelijking. Vatbaarheid voor dadelijke vereffening. Onsplitsbare bekentenis.
Samenvatting
Een tegenvordering, waaromtrent verschillende geschilpunten zijn gerezen, welke eerst door een verhoor van getuigen, wellicht nog te volgen door een onderzoek door deskundigen kan worden uitgemaakt, is niet vatbaar voor dadelijke vereffening, zelfs niet bij een ruime opvatting van dit begrip, zoodat het hier gedaan beroep op compensatie terecht door het Hof is verworpen.
Waar de ingeroepen tegenvordering de schuld niet vermocht te vernietigen, strekte de toevoeging niet tot bevrijding en heeft het Hof dus niet de bekentenis ten nadeele van den gedaagde gesplitst, door haar van die toevoeging los ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.