BNB 2019/57
Onvoldoende gemotiveerd wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld
HR 01-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:145, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 februari 2019
- Magistraten
Mrs. Van Schendel, Van den Brink, Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
19/00157
19/00158
19/00159
19/00160
19/00161
19/00162
19/00163
- Noot
E.B. Pechler
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS29407:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:145, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Onvoldoende gemotiveerd wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld
Samenvatting
Verzoekster heeft de wraking verzocht van drie leden van de belastingkamer van de Hoge Raad.
HR (wrakingskamer): Een wrakingsverzoek moet de feiten of omstandigheden vermelden waardoor volgens verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, waarbij alle feiten en omstandigheden tegelijk moeten worden voorgedragen. De wrakingskamer kan zonder een zitting te houden beslissen een verzoek om wraking niet in behandeling te nemen indien het verzoek niet is gemotiveerd.
Het verzoekschrift bevat geen feiten of omstandigheden die een of meer van de gewraakte raadsheren kunnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.