Rb. Rotterdam, 18-02-2016, nr. 10/960147-14
ECLI:NL:RBROT:2016:1264
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
18-02-2016
- Zaaknummer
10/960147-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2016:1264, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 18‑02‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 18‑02‑2016
Inhoudsindicatie
Bewezenverklaring van samenspanning ter voorbereiding van misdrijven met een terroristisch oogmerk, deelneming aan een terroristische organisatie en aan financiering van terrorisme, waarmee wezenlijke bijdragen zijn geleverd dan wel beoogd zijn te leveren aan de gewelddadige jihadstrijd in Syrië. Het verweer dat de verdachte voornemens was om in Syrië een transportbedrijf te starten en dus niet om aldaar deel te nemen aan de gewapende jihad, is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Bovendien, ook indien men in het kalifaat een andere rol vervult dan die van strijder. Faciliteren als deelneming aan de gewapende strijd. Ook dit faciliteren kan als deelneming aan de gewapende strijd worden gezien. Veroordeling tot een deels voorwaardelijk gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden.
Partij(en)
Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/960147-14
Datum uitspraak: 18 februari 2016
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak
tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Afghanistan) op [geboortedatum] 1988,
preventief gedetineerd in de penitentiaire inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. S. Weening, advocaat te Maastricht.
1. Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 en 15 januari 2016. Het onderzoek is gesloten op 18 februari 2016.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 14 januari 2016 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3. Eis officier van justitie
De officier van justitie, mr. F. van Veghel, heeft gevorderd:
- -
bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 primair alternatief tenlastegelegde;
- -
veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van voorarrest.
4. Geldigheid dagvaarding
Standpunt van de verdediging
a. De dagvaarding is nietig wat betreft het onder 1 tenlastegelegde. Het gaat in de onderhavige zaak om een en/of-tenlastelegging, waarin onder één feit twee verschillende misdrijven zijn tenlastegelegd, te weten voorbereiding/bevordering van opzettelijk brandstichten en/of een ontploffing teweeg brengen met een terroristisch oogmerk en voorbereiding/bevordering van moord en/of doodslag begaan met een terroristisch oogmerk. De verbinding ‘en/of’ duidt in de eerste instantie op een combinatie van een alternatieve (of) en een cumulatieve (en) tenlastelegging.
In de onderhavige zaak is niet duidelijk wat het openbaar ministerie nu heeft bedoeld: een cumulatieve tenlastelegging of een alternatieve tenlastelegging. Wil het openbaar ministerie de rechtbank vrijlaten in de bewezenverklaring voor beide uiteenlopende delicten gegrond op hetzelfde feitencomplex, of wil het openbaar ministerie juist slechts een veroordeling voor uiteindelijk één feit? Dit is aan de hand van de tenlastelegging niet duidelijk, waardoor het dus de strekking heeft dat de stafbare feiten cumulatief en tegelijkertijd alternatief aan de rechtbank wordt voorgelegd. Dit maakt de tenlastelegging innerlijk tegenstijdig. Daarnaast is het zo dat slechts één opsomming van feiten ten grondslag ligt aan twee kwalificaties. Hierdoor is het onduidelijk op grond van welke feiten tot welke kwalificatie gekomen wordt. Dit betekent dat niet is voldaan aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (hierna Sv), waardoor de dagvaarding eveneens nietig is.
b. Een andere nietigheid in het onder 1 tenlastegelegde behelst de opname van de artikelen 176a en 176b van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) in de tenlastelegging.
Artikel 176a Sr behelst het voltooide delict van artikel 157 Sr met een terroristisch oogmerk. Dat feit wordt echter niet genoemd in artikel 176b, de wetgever heeft ervoor gekozen de samenspanning van artikel 157 Sr met terroristisch oogmerk nogmaals uit te schrijven. In de tenlastelegging is opgenomen de voorbereiding/bevordering van artikel 176b Sr, maar dat is niet mogelijk. Er is geen wetsbepaling waarbij samenspanning of voorbereiding/bevordering van artikel 176b Sr strafbaar gesteld wordt.
Het voorgaande geldt evenzeer wat betreft de opname van de (a) in de tenlastelegging achter artikel 289 Sr.
c. De dagvaarding is voorts nietig wat betreft het onder 2 eerste alternatief en onder 3 tenlastegelegde, nu dit onvoldoende feitelijk van aard is.
De verdachte wordt verweten deelgenomen te hebben aan een criminele organisatie (met een terroristisch oogmerk), door deze organisatie geldelijke en/of stoffelijke steun te verlenen. Uit de tenlastelegging valt niet op te maken aan welke organisatie de verdachte zou hebben deelgenomen. De verdediging kan daardoor geen verweer voeren op de vraag of de giften van de verdachte überhaupt ten goede zijn gekomen aan een voldoende duurzaam en gestructureerde organisatie. Daarnaast is het bij gebrek aan een concreet omschreven organisatie onmogelijk om aan te geven of de door het openbaar ministerie bedoelde organisatie het oogmerk heeft tot het plegen van (terroristische misdrijven).
Standpunt van de officier van justitie
De raadsman heeft gelijk wat betreft het verweer met betrekking tot artikel 176a Sr. Nietigverklaring dan wel uitstrepen van dit artikel in de tenlastelegging, brengt de tenlastelegging voor het overige geheel niet in gevaar.
Oordeel van de rechtbank
Het verweer zoals weergegeven onder a. wordt verworpen. Het is vaste rechtspraak dat een en/of-tenlastelegging dient te worden beschouwd primair als een cumulatieve tenlastelegging (‘en’) en subsidiair als een alternatieve tenlastelegging (‘of’). De tekst van de onderhavige tenlastelegging noopt niet tot een andere uitleg. Met het voorgaande is tevens het verweer dat de tenlastelegging nietig is vanwege strijd met artikel 261 Sv verworpen.
Wat betreft het verweer zoals weergegeven onder b. wordt het volgende opgemerkt. In de artikelen 176b, tweede lid, Sr en 289a, tweede lid, Sr wordt steeds artikel 96, tweede lid, Sr van overeenkomstige toepassing verklaard. Daaruit volgt dat de combinatie van deze artikelen in een tenlastelegging niet innerlijk tegenstrijdig is en derhalve niet tot nietigheid leidt. Artikel 176a Sr bevat géén verwijzing naar artikel 96, tweede lid, Sr. Echter, deze bepaling is in de tenlastelegging opgenomen in combinatie met onder meer artikel 157 Sr. De combinatie van deze twee artikelen is, gelet op het bepaalde in artikel 176a Sr, allerminst innerlijk tegenstrijdig. Ook dit verweer wordt verworpen.
Het verweer zoals weergegeven onder c. wordt eveneens verworpen. Immers, reeds uit het dossier volgt dat de tenlastegelegde terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) dan wel Jabhat al-Nusra betreft. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie toegelicht dat de tenlastegelegde terroristische organisatie ziet op Jabhat al-Nusra. Aldus is het voor de verdachte voldoende duidelijk geweest op welke criminele organisatie de steller van de tenlastelegging het oog had.
Het onder 2 eerste alternatief en onder 3 tenlastegelegde is, in combinatie met het onderliggend dossier, dan ook voldoende duidelijk voor de verdachte om te kunnen begrijpen wat hem wordt verweten. Uit hetgeen door en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, blijkt dat zulks in casu ook het geval was.
Nu ook overigens geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die zouden moeten leiden tot nietigverklaring van de dagvaarding, is de dagvaarding geldig.
5. Verweer
Standpunt van de verdediging
De verdachte is eerder in Syrië geweest en wilde aldaar, samen met [betrokkene 1] , een transportbedrijf beginnen, hetgeen ook hun achtergrond was. Hoewel nog niet duidelijk waar in Syrië zij dit transportbedrijf wilden beginnen, zou dat in ieder geval gaan om een gebied in handen van Jabhat al-Nusra, aldus de verdachte ter terechtzitting.
Oordeel van de rechtbank
Het verweer dat de verdachte voornemens was om in Syrië een transportbedrijf te starten en (zo de rechtbank begrijpt) dus niet om aldaar, zoals aan de verdachte ten laste is gelegd, deel te nemen aan de gewapende jihad, wordt verworpen. Immers, de verdachte heeft zijn stelling zoals hiervoor verwoord op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Het verweer wordt evenmin gesteund door andere bewijsmiddelen of gegevens in het dossier. Het tegendeel echter, wordt gesteund door de contacten die in het dossier zijn opgesomd met in het strijdgebied aanwezige personen aan wie goederen en/of geld is gestuurd. Bovendien blijkt uit het zich in het dossier bevindende rapport ‘Bestemming Syrië’ dat ook indien men in het kalifaat een andere rol vervult dan die van strijder, dit faciliterend is aan het functioneren van de organisatie en dat ook dit faciliteren als deelneming aan de gewapende strijd kan worden gezien. Ook indien zaken ten goede komen aan deelnemers/strijders van de organisatie, kan dit als deelneming aan die organisatie worden gezien. Ook op dit punt treft het verweer van de verdachte, nu niet onomstotelijk blijkt van zijn voornemen zoals hiervoor verwoord, dat hij niets met de gewapende strijd te maken heeft gehad c.q. gehad zou kunnen hebben, geen doel.
De verdachte heeft voorts met zijn handelen een toename in het vermogen van jihadstrijders bewerkstelligd en daarmede bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat dit door hem ingezamelde en beschikbaar gestelde geld ingezet zou worden voor terroristische doeleinden.
De verdediging heeft nog betwist dat de verdachte het oogmerk ex artikel 140a Sr zou hebben gehad. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt dit echter (m.n.) uit de (in bijlage II opgesomde) bewijsmiddelen 3, 16, 18, 20 en 24. Uit deze bewijsmiddelen blijkt eveneens het voor de toepasselijkheid van artikel 421 Sr vereiste opzet, alsmede het oogmerk als bedoeld in artikel 96, tweede lid, Sr.
6. Waardering van het bewijs
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 cumulatief, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
Hij
in de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
met het oogmerk ter voorbereiding en/of ter bevordering van de
te plegen misdrijven omschreven in artikel 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- gelegenheid en middelen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen ,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Jabhat al Nusra althans eenorganisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en
B. zich (via chatberichten) laten informeren over het afreizen naar het strijdgebied in Syrië en/of hoe aan te sluiten bij Jabhat al Nusra en
C. zich (via chatberichten) laten informeren over een te volgen reisroute naar het strijdgebied en
E. deelgenomen aan Arabische lessen en
F. informatie ingewonnen en/of verkregen en/of verstrekt voor een reisuitrusting en praktische maatregelen die getroffen moeten worden voor het vertrek naar het strijdgebied in Syrië en/of Irak en
G. documenten of afbeeldingen op gegevens/informatiedragers voorhanden gehad met daarop informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en aanwijzingen om zich aan te houden bij het voorbereiden van het vertrek naar het strijdgebied in Syrië en/of Irak en
I. zich geuit over zijn/hun wens zich te begeven (via Turkije) naar Syrië of Irak en zich aan te aansluiten bij de gewapende strijd en/of gewapende Jihad (door onder meer te spreken over het elkaar ontmoeten op het slagveld) en
2.
Hij
in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of in Syrië,
heeft deelgenomen (te weten: door het verlenen van geldelijke steun) aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers hebben verdachte en/of zijn mededaders tezamen en in vereniging met elkaartelkens
ten behoeve van de gewapende jihadstrijd en/of
ten behoeve van jihadstrijders strijdend binnen gewapende jihadistische groeperingen,
in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en
welke gewapende jihadistische groeperingen tot oogmerk hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen (telkens met een terroristisch oogmerk),
A. in januari 2014 een onbekend gebleven geldbedrag ter beschikking gesteld aan een jihadstrijder in het strijdgebied, in Kafr Hamra (Syrië) en
B. in de periode van 1 maart tot en met 1 mei 2014 een (aanzienlijk) geldbedrag, ingezameld en verstuurd naaren/of aan een ander verschaft ten behoeve van jihadstrijders in het strijdgebied
C. in de periode van 1 mei tot en met 1 juli 2014 EUR 650,-, verstuurd naar of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 1] en
D. in de periode van 1 augustus tot en met 8 oktober 2014 EUR 1.000,-, ingezameld en aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 2] , althans naar een of meer jihadstrijders in het strijdgebied en
E. omstreeks oktober 2014 geldbedragen aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 3] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied;
en
Hij
in de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
zich of een ander opzettelijk middelen heeft verschaft , die geheel of gedeeltelijk,
onmiddellijk of middellijk, dienen om geldelijke steun te verlenen aan het
plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of
vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers hebben verdachte en/of zijn mededaders tezamen en in vereniging met elkaar, telkens ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. in of omstreeks januari 2014 een of meer onbekend gebleven geldbedragen (in een heuptasje) ter beschikking gesteld aan een jihadstrijder in het strijdgebied, in Kafr Hamra (Syrië) en
B. in de periode van 1 maart tot en met 1 mei 2014 een (aanzienlijk) geldbedrag, ingezameld en verstuurd naaren/of aan een ander verschaft ten behoeve van jihadstrijders in het strijdgebied
C. in de periode van 1 mei tot en met 1 juli 2014 EUR 650,-, verstuurd naar of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 1] en
D. in de periode van 1 augustus tot en met 8 oktober 2014 EUR 1.000,-, ingezameld en aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 2] , althans naar een of meer jihadstrijders in het strijdgebied en
E. omstreeks oktober 2014 geldbedragen aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 3] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied;
welke geldbedragen telkens bestemd waren om
geldelijke steun te verlenen aan de gewapende jihadstrijd in Syrië en/of aan strijders van die gewapende jihadstrijd in Syrië, in welke strijd terroristische misdrijven worden gepleegd;
3.
Hij
in de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of Syrië,
heeft deelgenomen (te weten: door het verlenen van stoffelijke steun) aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers hebben verdachte en zijn mededaders tezamen en in vereniging met elkaar, telkens ten behoeve van de gewapende jihadstrijd en/of
ten behoeve van jihadstrijders strijdend binnen gewapende jihadistische groeperingen,
in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
welke gewapende jihadistische groeperingen tot oogmerk hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen (telkens met een terroristisch oogmerk),
A. omstreeks 31 januari 2014 een telefoon verstuurd naar of verschaft aan de jihadstrijder [betrokkene 4] en
B. in de periode van 1 mei tot en met 1 juli 2014 laptops/computers verstuurd naar of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 1] ;
4.
Hij
in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
met het oogmerk van de
te plegen misdrijven omschreven in artikel 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- een ander heeft trachten behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid te verschaffen
immers hebben verdachte en zijn mededaders tezamen en in vereniging met elkaartelkens ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. contacten onderhouden met [betrokkene 5] ten behoeve van de deelname van [betrokkene 6] aan de gewapende jihadstrijd en
B. met deze [betrokkene 5] gesproken over door [betrokkene 6] te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied ten behoeve van toelating tot het strijdgebied van deze [betrokkene 6]
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
7. Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
1.
om medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van het opzettelijk brandstichten en/of een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en terwijl het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk, anderen trachten behulpzaam te zijn of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen trachten te verschaffen
en
om medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van moord, terwijl het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk, anderen trachten behulpzaam te zijn of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen trachten te verschaffen
en
om doodslag voor te bereiden of te bevorderen, terwijl het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk, anderen trachten behulpzaam te zijn of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen trachten te verschaffen;
2.
de eendaadse samenloop van
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven
en
medeplegen van het financieren van terrorisme, meermalen gepleegd;
Naar het oordeel van de rechtbank zijn beide bovengenoemde feiten gepleegd in eendaadse samenloop nu het dezelfde feitelijke handelingen betreft, namelijk het ter beschikking stellen van dezelfde gelden en hetzelfde belang, het voorkomen van het plegen/bevorderen van terroristische misdrijven, in het geding is.
3.
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven;
4.
om medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van het opzettelijk brandstichten en/of een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en terwijl het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk, anderen trachten behulpzaam te zijn of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen trachten te verschaffen
en
om medeplegen van voorbereiden of bevorderen van moord, terwijl het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk, anderen trachten behulpzaam te zijn of daartoe gelegenheid trachten te verschaffen
en
om medeplegen van voorbereiden of bevorderen van doodslag, terwijl het misdrijf is begaan met een terroristisch oogmerk, anderen trachten behulpzaam te zijn of daartoe gelegenheid trachten te verschaffen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
8. Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
9. Motivering straf
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in 2014, in totaal gedurende een periode van elf maanden, schuldig gemaakt aan samenspanning ter voorbereiding van misdrijven met een terroristisch oogmerk, deelneming aan een terroristische organisatie en aan financiering van terrorisme.
Dit alles zag op de gewapende jihad die zich, ook nu nog, afspeelt in Syrië, meer in het bijzonder met betrekking tot de terroristische organisatie Jabhat al-Nusra.
De verdachte heeft in de bewezenverklaarde periodes samen met een medeverdachte plannen gemaakt om uit te reizen naar het strijdgebied in Syrië, om zich aldaar aan te sluiten bij de gewapende jihad. De verdachte heeft zich daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen verschaft en doen verschaffen. De verdachte heeft bovendien de uitreis naar Syrië van een ander gefaciliteerd, onder andere door informatie in te winnen en door te geven over de te volgens routes naar het strijdgebied in Syrië. Ook heeft de verdachte een telefoon en laptops verstuurd naar in het strijdgebied te Syrië aanwezige jihadstrijders.
Daarnaast heeft de verdachte geldbedragen ingezameld en opgestuurd naar in het strijdgebied te Syrië aanwezige jihadstrijders, welke gelden bestemd waren om de strijd aldaar te financieren.
Aldus heeft de verdachte wezenlijke bijdragen geleverd dan wel beoogd te leveren aan de gewelddadige jihadstrijd in Syrië. Immers, het handelen van de verdachte was gericht op voortduring van die strijd, een strijd waarin dagelijks velen op gruwelijke wijze om het leven komen. Het is een feit van algemene bekendheid dat jihadistische groeperingen in Syrië zich op grote schaal schuldig maken aan grove mensenrechtenschendingen. De verdachte heeft zich met zijn handelen dan ook schuldig gemaakt aan ernstige terroristische misdrijven.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
3 december 2015, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Reclassering Nederland heeft adviesrapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd
9 maart 2015 en 19 augustus 2015. Deze rapporten houden, voor zover hier van belang en kort weergegeven, het volgende in.
Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Immers, de verdachte heeft op generlei wijze afstand genomen van de gedragingen die tot zijn huidige detentie hebben geleid. Geadviseerd wordt om aan de verdachte, thans bij een (deels) voorwaardelijke veroordeling bijzondere voorwaarden op te leggen, bestaande uit meldplicht, contactverboden, locatieverboden en een locatiegebod en meewerken aan een gedragskundig onderzoek.
De locatieverboden en het locatiegebod dienen te worden gecontroleerd door middel van een elektronisch controlemiddel.
Namens het Nederlands Instituut voor Psychiatrie en Psychologie hebben de psycholoog J.P.M. van der Leeuw en de psychiater F. Nhass over de verdachte een rapport opgemaakt, gedateerd 13 januari 2016. Dit rapport houdt, voor zover hier van belang en kort weergegeven, het volgende in.
Er zijn aanwijzingen dat bij de verdachte sprake is van een narcistische en antisociale persoonlijkheidsdynamiek. Echter, als gevolg van de beperkingen en de context van het onderzoek, is het niet mogelijk gebleken een diagnose persoonlijkheidsstoornis vast te stellen, dan wel uit te sluiten. Aanwijzingen voor het bestaan van een psychiatrische stoornis in engere zin zijn niet naar voren gekomen.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Teneinde de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank, in tegenstelling tot de eis van de officier van justitie, een deel van de hiervoor overwogen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.
Zoals hiervoor overwogen, acht de reclassering bijzondere voorwaarden noodzakelijk. De rechtbank zal het voorwaardelijk op te leggen strafdeel dan ook opleggen met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Hierbij zal, in verband met het recidiverisico en de aard en omvang van de thans bewezenverklaarde feiten, een proeftijd voor de duur van drie jaren worden gehanteerd.
De verdediging heeft ten aanzien van de strafmaat aangevoerd dat de verdachte ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting reeds veertien maanden in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht op de terroristenafdeling (hierna: TA). Vanwege het aldaar geldende, volgens de verdachte inhumaan strenge regime kunnen die maanden als dubbel geteld worden. Hiermee dient bij het bepalen van een straf rekening te worden gehouden, aldus de verdediging.
De rechtbank neemt mee dat het regime op een TA zwaar kan vallen voor aldaar verblijvende verdachten en veroordeelden. Het is echter niet de rechtbank die bepaalt hoe het regime op een TA wordt vormgegeven. Uit het onderzoek ter terechtzitting en uit met name de onderliggende rapportages zijn bovendien nauwelijks mentale componenten naar voren gekomen die wat specifiek deze verdachte betreft een contra-indicatie voor verblijf op een TA vormen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, zoals hiervoor omschreven, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11. Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
12. Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 (drie) jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
- -
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- -
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- -
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ;
2. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met één of meerdere strijders in Syrië en/of Irak;
3. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met personen die op de sanctielijst terrorisme staan;
4. de veroordeelde zal zich niet bevinden op en binnen een straal van twee kilometer van de luchthavens Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Eelde, Eindhoven en Maastricht;
5. de veroordeelde zal zich niet bevinden binnen een straal van vijftig meter rondom kantoren van Western Union te Nederland, in welke plaats dan ook;
6. de veroordeelde zal zich niet bevinden binnen een straal van twee kilometer van de grenzen met België en Duitsland;
7. de veroordeelde zal zich bevinden in Nederland;
8. de veroordeelde zal desgevraagd meewerken aan een onderzoek door het Nederlands Instituut voor Psychiatrie en Psychologie (NIFP);
9. de veroordeelde zal actief meewerken aan het verkrijgen van een dagbesteding;
10. de veroordeelde zal actief meewerken aan een re-integratietraject van de gemeente Arnhem;
11. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, Nieuwe Oeverstraat 65, te Arnhem zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vi
geeft aan Reclassering Nederland opdracht elektronisch toezicht te houden op de naleving van de onder nummers 4, 5, 6 en 7 genoemde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de onder nummers 1 tot en met 11 genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen (elektronisch) toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. van der Groen, voorzitter,
en mrs. V. Mul en M.M. Koevoets, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Meulendijk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 februari 2016.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
onder 1.
Hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of in Syrië,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
met het oogmerk ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het
(meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf en/of
- plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid heeft gebracht of onder zich heeft gehad,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de (terroristische) organisatie Jabhat al Nusra en/of Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan Al Qaida gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. zich (via chatberichten) laten informeren over het afreizen naar het strijdgebied in Syrië en/of hoe aan te sluiten bij Jabhat al Nusra en/of
C. zich (via chatberichten) laten informeren over een te volgen reisroute naar het strijdgebied en/of
D. een of meerdere website(s) bezocht waarop informatie over de (gewapende) Jihad en/of martelaarschap en/of de gewapende strijd/of oorlogsmaterialen wordt gedeeld en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
E. deelgenomen aan Arabische lessen en/of
F. informatie ingewonnen en/of verkregen en/of verstrekt voor een reisuitrusting en/of praktische maatregelen die getroffen moeten worden voor het vertrek naar het strijdgebied in Syrië en/of Irak en/of
G. een of meerdere (documenten of afbeeldingen op) gegevens/informatiedragers voorhanden gehad met daarop informatie betreffende het Jihadistisch gedachtegoed en/of aanwijzingen om zich aan te houden bij de gewapende jihadistische strijd/de oorlogsvoering en/of aanwijzingen om zich aan te houden bij het voorbereiden van het vertrek naar het strijdgebied in Syrië en/of Irak en/of
H. geldbedrag(en) ingezameld en/of overgemaakt en/of voorhanden heeft gehad en/of achtergelaten (in Kafr Hamra, Syrië) ten behoeve van een of meer personen die zich in het strijdgebied in Syrië en/of Irak bevinden en/of
I. zich geuit over zijn/hun wens zich te begeven (via Turkije) naar Syrië of Irak en/of zich aan te aansluiten bij de gewapende strijd en/of gewapende Jihad (door onder meer te spreken over het elkaar ontmoeten op het slagveld) en/of
J. een (of meer) vuurwapen(s) en/of camouflagekleding voorhanden gehad en/of gedragen en/of een (of meer) voertuig(en) voorhanden gehad om daarmee (uit) te reizen naar het strijdgebied in Syrië en/of Irak en/of
K. getracht een identiteitsbewijs van een ander te verkrijgen;
(art. 96, lid 2, Sr jo.176b, lid 2 Sr jo. 157 Sr jo. 289a Sr jo. 288a Sr jo. 289 Sr jo. 289a, lid 2 Sr)
onder 2.
Hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of in Syrië,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
heeft deelgenomen (te weten: door het verlenen van geldelijke steun) aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens)
ten behoeve van de gewapende jihadstrijd en/of
ten behoeve van jihadstrijders strijdend binnen gewapende jihadistische groeperingen,
in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
welke gewapende jihadistische groeperingen tot oogmerk hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen (telkens met een terroristisch oogmerk),
A. in of omstreeks januari 2014 een of meer onbekend gebleven geldbedragen (in een heuptasje) achter gelaten en/of ter beschikking gesteld aan de jihadstrijder [betrokkene 1] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied, in Kafr Hamra (Syrië) en/of
B. in of omstreeks de periode van 1 maart tot en met 1 mei 2014 enkele duizenden euro’s, althans een (aanzienlijk) geldbedrag, ingezameld en/of verworven voor en/of verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van jihadstrijders in het strijdgebied en/of
C. in of omstreeks de periode van 1 mei tot en met 1 juli 2014 EUR 650,-, althans een geldbedrag, verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 1] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied en/of
D. in of omstreeks de periode van 1 augustus tot en met 8 oktober 2014 EUR 1.000,-, althans een (aanzienlijk) geldbedrag, ingezameld en/of verworven voor en/of verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijders [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 7] , althans naar een of meer jihadstrijders in het strijdgebied en/of
E. in of omstreeks oktober 2014 een of meer onbekend gebleven geldbedrag(en), althans enig geldbedrag verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 3] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied;
(art. 140a, lid 3, Sr jo 140, lid 4, Sr)
en/of
Hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of in Syrië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
zich of een ander opzettelijk middelen of inlichtingen heeft verschaft dan
wel opzettelijk voorwerpen heeft verzameld, heeft verworven, voorhanden heeft
gehad of aan een ander heeft verschaft, die geheel of gedeeltelijk,
onmiddellijk of middellijk, dienen om geldelijke steun te verlenen aan het
plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of
vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. in of omstreeks januari 2014 een of meer onbekend gebleven geldbedragen (in een heuptasje) achter gelaten en/of ter beschikking gesteld aan de jihadstrijder [betrokkene 1] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied, in Kafr Hamra (Syrië) en/of
B. in of omstreeks de periode van 1 maart tot en met 1 mei 2014 enkele duizenden euro’s, althans een (aanzienlijk) geldbedrag, ingezameld en/of verworven voor en/of verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van jihadstrijders in het strijdgebied en/of
C. in of omstreeks de periode van 1 mei tot en met 1 juli 2014 EUREUR 650,-, althans een geldbedrag, verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 1] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied en/of
D. in of omstreeks de periode van 1 augustus tot en met 8 oktober 2014 EUR 1.000,-, althans een (aanzienlijk) geldbedrag, ingezameld en/of verworven voor en/of verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijders [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 7] , althans naar een of meer jihadstrijders in het strijdgebied en/of
E. in of omstreeks oktober 2014 een of meer onbekend gebleven geldbedrag(en), althans enig geldbedrag verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 3] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied;
welke geldbedrag(en) (deels) (telkens) bestemd was/waren om
geldelijke steun te verlenen aan de gewapende jihadstrijd in Syrië en/of aan strijders van die gewapende jihadstrijd in Syrië, in welke strijd terroristische misdrijven worden gepleegd, (althans) in elk geval om geldelijke steun te verlenen aan het plegen van een terroristisch misdrijf;
(art. 421 Sr)
onder 3.
Hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 november 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of Syrië,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
heeft deelgenomen (te weten: door het verlenen van stoffelijke steun) aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende jihadstrijd en/of
ten behoeve van jihadstrijders strijdend binnen gewapende jihadistische groeperingen,
in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
welke gewapende jihadistische groeperingen tot oogmerk hebben het plegen van terroristische misdrijven, te weten brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen (telkens met een terroristisch oogmerk),
A. op of omstreeks 31 januari 2014 een telefoon verstuurd naar en/of verschaft aan de jihadstrijder [betrokkene 4] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied en/of
B. in of omstreeks de periode van 1 mei tot en met 1 juli 2014 een of meer laptops/computers verstuurd naar en/of aan een ander verschaft ten behoeve van de jihadstrijder [betrokkene 1] , althans een jihadstrijder in het strijdgebied;
(art. 140a, lid 3, Sr jo 140, lid 4, Sr)
onder 4.
primair:
Hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of in Syrië,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
met het oogmerk ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het
(meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. contacten onderhouden met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en), ten behoeve van de aansluiting van [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven, althans ten behoeve van de deelname van [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), aan de gewapende jihadstrijd en/of
B. met deze [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en) gesproken over door [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of het beschikken over/verschaffen van een persoonlijke garantstelling (‘Teskia’) ten behoeve van toelating tot het strijdgebied van deze [betrokkene 6] (althans deze onbekend gebleven persoon) en/of
C. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen gegeven over te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of
D. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen gegeven/ inlichtingen verschaft over de wijze waarop in contact te komen in het strijdgebied met [betrokkene 3] , in elk geval met een of meer perso(o)n(en) die zich daar bevind(t)(en),
(art. 96, lid 2, Sr jo.176b, lid 2 Sr jo. 157 Sr jo. 289a Sr jo. 288a Sr jo. 289 Sr jo. 289a, lid 2 Sr)
en/of
Hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014, te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland, en/of in Syrië,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
heeft deelgenomen aan een organisatie (te weten: door het werven van personen), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
A. contacten onderhouden met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en), ten behoeve van de aansluiting van [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven, althans ten behoeve van de deelname van [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), aan de gewapende jihadstrijd en/of
B. met deze [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en) gesproken over door [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of het beschikken over/verschaffen van een persoonlijke garantstelling (‘Teskia’) ten behoeve van toelating tot het strijdgebied van deze [betrokkene 6] (althans deze onbekend gebleven persoon) en/of
C. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen gegeven over te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of
D. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen gegeven/ inlichtingen verschaft over de wijze waarop in contact te komen in het strijdgebied met [betrokkene 3] , in elk geval met een of meer perso(o)n(en) die zich daar bevind(t)(en),
en derhalve heeft gefaciliteerd bij de (voorgenomen) aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven;
(art. 140a, lid 1, Sr)
subsidiair:
[betrokkene 6] , althans een onbekend gebleven persoon,
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014 in Nederland en/of Syrië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
met het oogmerk ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het
(meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf en/of
- plannen voor de uitvoering van het misdrijf, welke bestemd zijn om aan anderen te worden medegedeeld, in gereedheid heeft gebracht of onder zich heeft gehad,
immers is deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië om zich aldaar aan te sluiten bij de gewapende jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of
meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014 in Nederland en/of Syrië, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
A. contacten te onderhouden met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en), ten behoeve van de aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven, althans ten behoeve van de deelname van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), aan de gewapende jihadstrijd en/of
B. met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en) te spreken over door deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of te spreken over het beschikken over/verschaffen van een persoonlijke garantstelling (‘Teskia’) ten behoeve van toelating tot het strijdgebied van deze [betrokkene 6] (althans deze onbekend gebleven persoon) en/of
C. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen te geven over te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of
D. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen te geven/ inlichtingen te verschaffen over de wijze waarop in contact te komen in het strijdgebied met [betrokkene 3] , in elk geval met een of meer perso(o)n(en) die zich daar bevind(t)(en),
en derhalve te faciliteren bij de aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven;
(art. 96, lid 2, Sr jo.176b, lid 2 Sr jo. 157 Sr jo. 289a Sr jo. 288a Sr jo. 289 Sr jo. 289a, lid 2 S jo. 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht jo. 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
en/of
[betrokkene 6] , althans een onbekend gebleven persoon,
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014, in Nederland en/of Syrië,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
heeft deelgenomen aan een organisatie welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) zich aangesloten bij de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of
meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014 in Nederland en/of Syrië, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
A. contacten te onderhouden met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en), ten behoeve van de aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven, althans ten behoeve van de deelname van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), aan de gewapende jihadstrijd en/of
B. met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en) te spreken over door deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of te spreken over het beschikken over/verschaffen van een persoonlijke garantstelling (‘Teskia’) ten behoeve van toelating tot het strijdgebied van deze [betrokkene 6] (althans deze onbekend gebleven persoon) en/of
C. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen te geven over te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of
D. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen te geven/ inlichtingen te verschaffen over de wijze waarop in contact te komen in het strijdgebied met [betrokkene 3] , in elk geval met een of meer perso(o)n(en) die zich daar bevind(t)(en),
en derhalve te faciliteren bij de aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven;
(art. 140a, lid 1, Sr jo. 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht jo. 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair:
[betrokkene 6] , althans een onbekend gebleven persoon,
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014, in Nederland en/of Syrië,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om deel te nemen aan een organisatie welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
is uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië teneinde zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven,
terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk (gepoogde) misdrijf verdachte op een of
meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 31 oktober 2014 in Nederland en/of Syrië, meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
A. contacten te onderhouden met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en), ten behoeve van de aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven, althans ten behoeve van de deelname van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon), aan de gewapende jihadstrijd en/of
B. met [betrokkene 3] en/of [betrokkene 5] (althans met een of meer perso(o)nen die zich in het strijdgebied bevind(t)en) te spreken over door deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of te spreken over het beschikken over/verschaffen van een persoonlijke garantstelling (‘Teskia’) ten behoeve van toelating tot het strijdgebied van deze [betrokkene 6] (althans deze onbekend gebleven persoon) en/of
C. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen te geven over te volgen reisroutes (via onder meer Gazianteb) naar het strijdgebied en/of
D. deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) aanwijzingen te geven/ inlichtingen te verschaffen over de wijze waarop in contact te komen in het strijdgebied met [betrokkene 3] , in elk geval met een of meer perso(o)n(en) die zich daar bevind(t)(en),
en derhalve te faciliteren bij de voorgenomen aansluiting van deze [betrokkene 6] (althans een onbekend gebleven persoon) bij Islamitische Staat (IS), in elk geval een organisatie met het oogmerk tot het plegen van terroristische misdrijven;
(art. 140a, lid 1, Sr jo. 45 Sr jo. 48 Sr)