NJ 1939/714
Hoogeer beroep van appellante ten onrechte niet-ontv. verklaard op grond, dat zij haren oorspr. medegedaagde niet in het hooger beroep had betrokken.
HR 09-12-1938, ECLI:NL:HR:1938:36, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 1938
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Kirberger, Fick, Nypels
- Zaaknummer
[09121938/NJ_1939-714]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- JCDI
JCDI:ADS131082:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:36, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑1938
- Wetingang
(Rv art. 332.)
Essentie
Hoogeer beroep van appellante ten onrechte niet-ontv. verklaard op grond, dat zij haren oorspr. medegedaagde niet in het hooger beroep had betrokken.
Samenvatting
[A heeft eene hyp. vordering op B en verklaart deze schuldvordering te hebben verkocht aan C, welke overdracht door B is erkend. De rechtsopvolgers van A (partijen D) stellen, dat hier slechts eene schijnhandeling heeft plaats gehad. Zij dagvaarden C en B om o. m. te hooren verklaren, dat zij, partijen D, nog gerechtigd zijn tot bedoelde schuldvordering. Toewijzing der vordering door de Rechtb. C appelleert en roept alleen partijen D op. Het Hof verklaart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.