Einde inhoudsopgave
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen
Artikel 16 Hoogte van de subsidie
Geldend
Geldend van 01-10-2021 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
02-07-2021, Stcrt. 2021, 35905 (uitgifte: 20-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2021, Stcrt. 2021, 35905 (uitgifte: 20-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Huurrecht / Huur van woonruimte
Energierecht / Algemeen
1.
Een subsidie voor de kosten, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a tot en met c, bedraagt ten hoogste 40 procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 1.200 per woning.
2.
Een subsidie voor de kosten, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder d, bedraagt ten hoogste 30 procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 3.800 per woning.
3.
De aanvrager van de subsidie mag de kosten als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, onder 7°, opvoeren bij de onder het tweede lid genoemde kosten, met hetzelfde subsidiepercentage en maximum, als:
- a.
de aanvrager optreedt als doorleverancier van de warmte geleverd door een andere warmteleverancier; of
- b.
de aanvrager kosten maakt voor het aanleggen van een inpandig leidingstelsel en de eigendom of het beheer van dit leidingstelsel wordt overgedragen aan de warmteleverancier.