NJF 2019/320
Hof stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voor met betrekking tot de aansprakelijkheid van ziekenhuis voor het inbrengen van PIP-borstprotheses.
Hof 's-Hertogenbosch 16-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1458
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
16 april 2019
- Magistraten
Mrs. J.W. van Rijkom, J.M.H. Schoenmakers, I. Giesen
- Zaaknummer
200.234.135/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2019:3188, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 27‑08‑2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:1458, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 16‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Hof stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voor met betrekking tot de aansprakelijkheid van ziekenhuis voor het inbrengen van PIP-borstprotheses.
Samenvatting
In deze zaak wordt het ziekenhuis aangesproken door een slachtoffer van geplaatste PIP-borstprotheses waarvan er een gescheurd is. PIP-protheses bleken gevuld te zijn met industriële siliconen. Of dat ook met de onderhavige prothese was gebeurd staat niet vast. Partijen zijn het er wel over eens dat de desbetreffende prothese gebrekkig was. De fabrikant is failliet. De rechtbank oordeelde dat toerekening van de gebrekkige prothese aan het ziekenhuis niet redelijk was. Het hof stelt prejudiciële vragen aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.