NJ 1936/1064
Huurvordering met pandbeslag. Vordering tot vanwaarde verklaring, terwijl het bedrag der huur nog niet was bepaald. Deskundigen-onderzoek betreffende de huurwaarde, niet ex art. 1605 B. W., doch ex art. 222 Rv. Tegenstrijdige gronden? Gebondenheid aan Interlocutoir? Proceskosten (f 500 salaris en f 4950.61 verschotten). Klacht over het niet met redenen omkleed zijn van beslissing en vordering op dit punt.
HR 22-05-1936, ECLI:NL:HR:1936:55
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 mei 1936
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, de Menthon Bake, Nypels, Servatius
- Zaaknummer
[22051936/NJ_1936-1064]
- JCDI
JCDI:ADS105292:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1936:55, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑1936
- Wetingang
Essentie
Huurvordering met pandbeslag. Vordering tot vanwaarde verklaring, terwijl het bedrag der huur nog niet was bepaald. Deskundigen-onderzoek betreffende de huurwaarde, niet ex art. 1605 B. W., doch ex art. 222 Rv. Tegenstrijdige gronden? Gebondenheid aan Interlocutoir? Proceskosten (f 500 salaris en f 4950.61 verschotten). Klacht over het niet met redenen omkleed zijn van beslissing en vordering op dit punt.
Samenvatting
Nu de door het Hof aangenomen overeengekomen huurprijs verschenen en niet ten volle betaald was, was pandbeslag mogelijk, terwijl dan bij de procedure tot vanwaardeverklaring over het bedrag van de nog verschuldigde huur kan worden gestreden.
Uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.