RvdW 2012/469
Ongeloofwaardig geachte feiten of omstandigheden horen niet in de bewijsmiddelen; in casu bewijsvoering toch niet ondeugdelijk.
HR 20-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3442
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
S 10/05244
- LJN
BV3442
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV3442, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2012
- Wetingang
Essentie
Feiten of omstandigheden en verklaringen die de rechter in zijn nadere overweging onaannemelijk dan wel ongeloofwaardig acht, behoren niet te worden opgenomen in de bewijsmiddelen. Dat het hof een niet redengevend onderdeel van de verklaring van verdachte onder de bewijsmiddelen heeft opgenomen en in een nadere bewijsoverweging niet aannemelijk heeft geacht, staat – gelet op de bewijsvoering als geheel – niet aan een behoorlijke motivering van de bewezenverklaring in de weg.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 26 november 2010, nummer 22/004160-09, in de strafzaak tegen: H. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.