Einde inhoudsopgave
Wet bekostiging financieel toezicht 2019
Artikel 8a Reserve
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 197 (uitgifte: 27-05-2022, kamerstukken: 35950)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2022, Stb. 2022, 280 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De toezichthouder kan een reserve aanhouden die gevormd wordt uit de opbrengsten ontvangen uit dwangsommen of opgelegde bestuurlijke boetes tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen maximum.
2.
Bij de vaststelling van de jaarrekening, bepaalt de toezichthouder het in dat jaar aan de reserve toe te rekenen bedrag met een maximum van € 4.500.000.
3.
De reserve heeft tot doel het dekken van incidentele kosten of andere kosten die tot onevenredig hoge tarieven voor bepaalde personen zouden leiden.
4.
De inzet van de reserve behoeft de toestemming van Onze Ministers.