NJ 1936/239
Terugvordering als onverschuldigd betaald van hetgeen ingevolge een absoluut nietige overeenkomst is betaald, met compensatie van de waarde van hetgeen door de andere partij is gepraesteerd, doch waarvan teruggave niet mogelijk is.
HR 07-11-1935, ECLI:NL:HR:1935:63, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 1935
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Polak, de Menthon Bake, Nypels en Servatius
- Zaaknummer
[07111935/NJ_1936-239]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS129540:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1935:63, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑1935
- Wetingang
(BW art. 1395, 1482-1492.)
Essentie
Terugvordering als onverschuldigd betaald van hetgeen ingevolge een absoluut nietige overeenkomst is betaald, met compensatie van de waarde van hetgeen door de andere partij is gepraesteerd, doch waarvan teruggave niet mogelijk is.
Samenvatting
[Overeenkomst, waarvan de strekking is zelfstandige uitoefening van het vergunningsrecht door den bewoner van het betrokken perceel, die een zeker bedrag per week aan den rechthebbende op het vergunningsrecht moet betalen. Beslissing, dat bedoelde overeenkomst, als in strijd met de Drankwet krachteloos is, nadat de bewoner f 10,890 krachtens die overeenkomst had betaald. Compensatie met het gemis van bedoeld perceel door den vergunninghouder, gewaardeerd op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.