Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1484
Huurpenningen woning, waarin een hennepkwekerij aanwezig was, geen wederrechtelijk verkregen voordeel.
HR 07-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1618
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/02395 P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BO1618
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
Huurrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO1618, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO1618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2010
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
Profijtontneming. De enkele omstandigheid dat de betrokkene, nadat hij ervan op de hoogte raakte dat in het door hem ook voordien reeds verhuurde pand door de huurder een hennepkwekerij werd gedreven, de huurovereenkomst niet heeft beëindigd of de huurder heeft gesommeerd die kwekerij te beëindigen, brengt niet mee dat de nadien ontvangen huurpenningen als wederrechtelijk verkregen voordeel moeten worden aangemerkt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 27 maart 2009, nummer 20/001462-08, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: