Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 4.4 Voldoende openbaar onderwijs
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Gedeputeerde staten dragen er zorg voor dat is voorzien in de behoefte aan openbaar onderwijs door een voldoende aantal scholen in de provincie. Zij kunnen een college van burgemeester en wethouders opdragen, een aanvraag bij Onze Minister in te dienen om een openbare school of scholengemeenschap voor bekostiging in aanmerking te brengen indien de ouders van een naar hun oordeel voldoende groot aantal leerlingen hebben aangegeven dat zij dat wensen en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente deze wens niet heeft ingewilligd.
2.
Onze Minister kan het college van burgemeester en wethouders opdragen een aanvraag bij hem in te dienen om een openbare school of scholengemeenschap voor bekostiging in aanmerking te brengen, indien gedeputeerde staten het eerste lid niet toepassen en de ouders van een naar zijn oordeel voldoende groot aantal leerlingen hebben aangegeven dat zij indiening van een dergelijke aanvraag wensen.
3.
Indien een besluit van Onze Minister op een aanvraag als bedoeld in dit artikel onherroepelijk is geworden, gaat het college van burgemeester en wethouders over tot stichting van de bij het besluit voor bekostiging in aanmerking gebrachte school of scholengemeenschap.