V-N 2023/20.10
Hogere BPM-heffing door EU-restantvoorraadregeling geen verboden discriminatie
Hof Arnhem-Leeuwarden 07-02-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1109, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
7 februari 2023
- Magistraten
Verhagen, Den Ouden, Breedveld
- Zaaknummer
21/00639 en 21/00640
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS700796:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2023:1109, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 07‑02‑2023
- Wetingang
art. 9 Wet BPM 1992
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de hogere BPM-heffing niet het gevolg is van het beschermen door Nederland van de eigen nationale producten, maar het gevolg is van het toepassen van de EU-restantvoorraadregeling.
Samenvatting
X voert in de zomer van 2019 twee auto’s in vanuit Italië die in maart 2019 aldaar werden toegelaten tot de weg. De uitstootwaarde voor de BPM wordt bepaald met de WLTP-methode die voor bestaande modellen per 1 september 2018 in de plaats is gekomen van de NEDC-methode. Tijdens een overgangsperiode wordt de WLTP-waarde teruggerekend naar een NEDC-waarde. Uit de vergelijking met twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.