Correctievoorstellen inspecteur zijn niet onrechtmatig

Documentgegevens:

HR 22-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5058

Instantie: Hoge Raad
Datum: 22 maart 2013
Zaaknummer: 12/02620
LJN: BZ5058
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2013:BZ5058, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2013
Wetingang: Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 6)Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 2)Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 10)

Essentie

Hof Arnhem oordeelt in hoger beroep dat niet aannemelijk is geworden dat de inspecteur zodanige druk op X bv heeft uitgeoefend dat zij op onrechtmatige wijze zou zijn beperkt in haar vrijheid naar eigen inzicht bpm-aangifte te doen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Samenvatting

X bv handelt voornamelijk in exclusieve bijna nieuwe auto's. X bv is geen erkende dealer, doch koopt via parallelimport auto’s met Duitse kentekens in. X bv verkoopt deze auto’s door aan Nederlandse klanten. X bv heeft een vergunning om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.