Einde inhoudsopgave
Wet bestuur en toezicht rechtspersonen
Artikel XV Overgangsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
De artikelen 29, eerste lid, 74, 79 en 80 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
De algemene vergadering kan, indien een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet is vertegenwoordigd door het bestuur of een bestuurder terwijl er een tegenstrijdig belang was met een of meer bestuurders, die vertegenwoordiging bekrachtigen door de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers daartoe aan te wijzen op of na de datum van inwerkingtreding van de wet.
3.
Op een statutaire regeling die inhoudt dat in alle gevallen waarin de vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders of commissarissen, de vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij wordt vertegenwoordigd door een ander dan het bestuur of een bestuurder, kan na de inwerkingtreding van de wet geen beroep meer worden gedaan.
4.
5.
Een statutaire bepaling die vóór inwerkingtreding van deze wet bepaalt dat een bepaalde bestuurder of een commissaris van een vereniging, een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij of een stichting, meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders respectievelijk commissarissen tezamen, is geldig tot uiterlijk vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet of tot de eerstvolgende statutenwijziging na de inwerkingtreding van deze wet, naar gelang welk moment eerst valt.