Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/132/EG houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2009
- Bronpublicatie:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Inwerkingtreding
30-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Europees belastingrecht (V)
1.
Onverminderd de in de lidstaten vigerende industriële en commerciële beleidsmaatregelen kunnen de lidstaten, behoudens het bepaalde in de artikelen 26 tot en met 29, vrijstelling verlenen voor kapitaalgoederen en andere uitrusting toebehorend aan bedrijven die hun activiteiten in het derde land of derdelandsgebied van herkomst definitief staken om een soortgelijke activiteit te komen uitoefenen in de Gemeenschap en die overeenkomstig artikel 213, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de activiteit wordt uitgeoefend vooraf opgave hebben gedaan van het begin van deze activiteit.
Wanneer het overgebrachte bedrijf een landbouwbedrijf is, wordt ook voor het levende vee vrijstelling verleend.
2.
Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
- a)
‘activiteit’: een in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde economische activiteit;
- b)
‘bedrijf’: een zelfstandige economische productie-eenheid of dienstverlenende eenheid.