Einde inhoudsopgave
Wet arbeid vreemdelingen
Artikel 11 [Termijn]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
29-09-2021, Stb. 2021, 505 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 35680)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 609 (uitgifte: 16-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
1.
Een tewerkstellingsvergunning wordt voor ten hoogste drie jaar verleend.
2.
Ten behoeve van tijdelijk werk wordt een tewerkstellingsvergunning voor ten hoogste vier en twintig weken verleend, indien de desbetreffende arbeid wordt verricht door een niet eerder toegelaten vreemdeling. Deze vreemdeling mag gedurende een periode van veertien weken direct voorafgaande aan de tewerkstellingsvergunning niet over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 hebben beschikt.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een tewerkstellingsvergunning voor bepaalde categorieën van werkzaamheden voor een kortere periode dan drie jaar wordt verleend.