JAR 2012/250
Op grond van het ESA-verdrag geniet de ESA immuniteit van jurisdictie. Interne beroepsprocedure voldoet aan de eisen van art 6 EVRM. Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht.
Ktr. Leiden 14-03-2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BX9137
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage (Kantonrechter Leiden)
- Datum
14 maart 2012
- Magistraten
Mr. M.G.L. den Os-Brand
- Zaaknummer
1069523/11-4195
- LJN
BX9137
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2012:BX9137, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage (Kantonrechter Leiden), 14‑03‑2012
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Op grond van ESA-Verdrag komt aan de werkgever immuniteit toe. Daarom heeft de Nederlandse rechter in dit geval in beginsel geen rechtsmacht. Dit zou anders kunnen zijn als werknemers hierdoor geen toegang tot een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang in de zin van art. 6 lid 1 EVRM zouden hebben. De ‘Appeals Board’, waar de werknemers intern beroep hebben ingesteld, voldoet volgens het oordeel van de kantonrechter aan de eisen die art. 6 lid 1 EVRM stelt. De kantonrechter verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de vordering.