RI 2021/9
Dient de curator de gefailleerde te informeren over zijn rechten uit art. 22a Fw?
HR 08-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:36
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 januari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/02377
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS255435:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:36, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:712, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2019
- Wetingang
Art. 22a lid 1 en 2 Fw; art. 3:276, 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige daad curator in hoedanigheid.
Dient getoetst te worden of de begunstigde van een levensverzekering bij overdracht onredelijk benadeeld wordt? Dient de curator de gefailleerde te informeren over zijn rechten uit art. 22a Fw?
Samenvatting
Het gaat in deze zaak over de vraag of een curator in zijn hoedanigheid onrechtmatig gehandeld heeft, bij een in 2013 uitgesproken faillissement van een privé persoon. De gefailleerde had twee levensverzekeringen. Eén van Reaal en één van Delta Lloyd. De curator had aan de gefailleerde gevraagd of hij de levensverzekeringen kon afkopen. De gefailleerde heeft toen laten weten dat hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.