NJB 2015/1958
Noodweer(exces), art. 41 Sr: onbegrijpelijke motivering van de verwerping van het beroep op noodweer(exces) bij situatie waarin aangever de verdachte uitschold, aan deze de eerste klap uitdeelde en deze een vuistslag in het gezicht gaf, waarna de verdachte en de aangever van elkaar zijn gescheiden, en de aangever dan – na ongeveer 40 seconden – weer komt teruglopen en er ‘weer een confrontatie ontstaat tussen beiden’
HR 27-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3171
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/01316
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3171, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2194, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2015
- Wetingang
(Sr art. 41)
Essentie
Noodweer(exces), art. 41 Sr: onbegrijpelijke motivering van de verwerping van het beroep op noodweer(exces) bij situatie waarin aangever de verdachte uitschold, aan deze de eerste klap uitdeelde en deze een vuistslag in het gezicht gaf, waarna de verdachte en de aangever van elkaar zijn gescheiden, en de aangever dan – na ongeveer 40 seconden – weer komt teruglopen en er ‘weer een confrontatie ontstaat tussen beiden’
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [betrokkene], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.