V-N 2019/57.18
Bij terugwijzing start geen nieuwe termijn voor immateriëleschadevergoeding
HR 22-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1818, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
19/01594
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS169238:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1818, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑11‑2019
- Wetingang
art. 8:73 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat bij terugwijzing - voor de beoordeling of de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden - niet opnieuw een termijn van twee jaren gaat lopen.
Samenvatting
X gaat in hoger beroep tegen een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 april 2014. Hof ’s-Hertogenbosch doet vervolgens uitspraak op 15 april 2016 en wijst de zaak terug naar de inspecteur. Die doet op 26 augustus 2016 uitspraak. X gaat weer in beroep, waarop de rechtbank op 25 oktober 2017 uitspraak doet. De rechtbank kent hierbij een immateriëleschadevergoeding toe aan X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.