NJB 2021/1330
Kinderalimentatie. Alimentatienormen. Forfaitaire woonlasten. Werkelijke woonlasten. Hoge Raad: Indien met de forfaitair berekende draagkracht niet (geheel) in de behoefte van het kind kan worden voorzien en er aanwijzingen zijn dat de werkelijke woonlasten duurzaam aanmerkelijk lager zijn, zal de rechter steeds dienen na te gaan of de draagkracht, berekend met inachtneming van de werkelijke woonlasten, zou leiden tot een hogere onderhoudsbijdrage. Indien dit het geval is, dient de rechter ofwel deze hogere bijdrage op te leggen, ofwel te motiveren waarom hij daartoe, gelet op de verdere omstandigheden van het geval, geen aanleiding ziet
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 april 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/02639
- Conclusie
Mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:586, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2020
- Wetingang
art. 1:404 lid 1 BW
Essentie
Kinderalimentatie. Alimentatienormen. Forfaitaire woonlasten. Werkelijke woonlasten. Hoge Raad: Indien met de forfaitair berekende draagkracht niet (geheel) in de behoefte van het kind kan worden voorzien en er aanwijzingen zijn dat de werkelijke woonlasten duurzaam aanmerkelijk lager zijn, zal de rechter steeds dienen na te gaan of de draagkracht, berekend met inachtneming van de werkelijke woonlasten, zou leiden tot een hogere onderhoudsbijdrage. Indien dit het geval is, dient de rechter ofwel deze hogere bijdrage op te leggen, ofwel te motiveren waarom hij daartoe, gelet op de verdere omstandigheden van het geval, geen aanleiding ziet
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. ...