FED 2015/46
HR, 10-04-2015, nr. 13/05004
HR 10-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:848, m.nt. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2015
- Magistraten
Koopman, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/05004
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
G.C.D. Grauss
- JCDI
JCDI:ADS273795:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:848, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2015
- Wetingang
Art. XA Wet van 17 december 2009, Stb. 2009, 564 (Overgangsrecht APV-regime)
Essentie
Samenvatting
Een vader, zijn dochter, en een trust doen een gezamenlijk verzoek tot vermindering van in het verleden bij de inbreng van vermogen in een irrevocable fixed trust geheven schenkingsrecht. De inspecteur heeft bij voor bezwaar vatbare beschikking het verzoek van de dochter afgewezen en heeft het door de dochter gemaakte bezwaar afgewezen. De vader en de trust kunnen op grond van art. 26a AWR geen beroep instellen tegen de uitspraak op bezwaar die is gericht tot de dochter, omdat art. 26a AWR limitatief omschrijft wie belanghebbende in belastingzaken is. Uit art. 26a lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.