Einde inhoudsopgave
Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland
Artikel 14 Preventieve financiële bijstand van het ESM
Geldend
Geldend vanaf 27-09-2012
- Bronpublicatie:
02-02-2012, Trb. 2012, 28 (uitgifte: 13-02-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-09-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2012, Trb. 2012, 195 (uitgifte: 23-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
EU-recht / Instituties
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
De Raad van gouverneurs kan overeenkomstig artikel 12, lid 1, besluiten preventieve financiële bijstand te verlenen in de vorm van een aan voorwaarden onderworpen preventieve kredietlijn, dan wel in de vorm van een kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden.
2.
De aan de preventieve financiële bijstand van het ESM verbonden voorwaarden worden overeenkomstig artikel 13, lid 3, beschreven in het memorandum van overeenstemming.
3.
De financiële en andere voorwaarden van de preventieve financiële bijstand van het ESM worden vastgelegd in een door de directeur te ondertekenen akkoord over de preventieve financiële-bijstandfaciliteit.
4.
De Raad van bewind stelt de gedetailleerde richtsnoeren vast die gelden voor de regels van tenuitvoerlegging van de preventieve financiële bijstand van het ESM.
5.
Op voorstel van de directeur en na ontvangst van een verslag van de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 7, besluit de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming of de kredietlijn moet worden gehandhaafd.
6.
Nadat het ESM-lid een eerste keer middelen heeft opgenomen (via een lening of een aankoop op de primaire markt), besluit de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming op voorstel van de directeur en op basis van een onderzoek van de Europese Commissie in overleg met de ECB of de kredietlijn nog steeds adequaat is, dan wel of een andere vorm van financiële bijstand is vereist.