Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 8 Zee- en luchtvaart
Geldend
Geldend vanaf 12-08-1992
- Bronpublicatie:
18-06-1991, Trb. 1991, 20 (uitgifte: 27-07-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-08-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-07-1992, Trb. 1992, 107 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Overeenkomstsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen. Indien die Staat op grond van zijn wetgeving niet het geheel van de inkomsten kan belasten, zijn de inkomsten slechts belastbaar in de Overeenkomstsluitende Staat waarvan de onderneming inwoner is.
2.
Indien de plaats van de werkelijke leiding van een zeescheepvaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de Overeenkomstsluitende Staat waarin de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Overeenkomstsluitende Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.
3.
Ten aanzien van voordelen verkregen door het luchtvaartconsortium Scandinavian Airlines System (SAS) zijn de bepalingen van het eerste lid slechts van toepassing op dat deel van de voordelen dat overeenkomt met de deelneming in dat consortium van AB Aerotransport (ABA), de Zweedse deelgenoot in Scandinavian Airlines System.
4.
Voor de toepassing van dit artikel omvatten voordelen verkregen uit de exploitatie in internationaal verkeer van schepen en luchtvaartuigen mede voordelen behaald met de verhuur op basis van verhuur zonder bemanning van schepen en luchtvaartuigen geëxploiteerd in het internationale verkeer, indien deze voordelen voortvloeien uit de voordelen omschreven in het eerste lid.
5.
De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing op voordelen uit de deelneming in een ‘pool’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal agentschap.