Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1104 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen
Artikel 13 Beperking van de procedure
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2016, PbEU 2016, L 183 (uitgifte: 08-07-2016, regelingnummer: 2016/1104)
- Inwerkingtreding
28-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, PbEU 2016, L 183 (uitgifte: 08-07-2016, regelingnummer: 2016/1104)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
1.
In het geval een nalatenschap die onder Verordening (EU) nr. 650/2012 valt goederen in een derde land bevat, kan het gerecht dat is aangezocht te oordelen over de vermogensrechtelijke gevolgen van een geregistreerd partnerschap op verzoek van een partij beslissen geen uitspraak te doen over een of meer van deze goederen indien kan worden verwacht dat haar beslissing ten aanzien van deze goederen in dat derde land niet zal worden erkend en, in voorkomend geval, niet uitvoerbaar zal worden verklaard.
2.
Lid 1 doet geen afbreuk aan de rechten van de partijen om het toepassingsgebied van de procedure te beperken volgens het recht van de lidstaat van het aangezochte gerecht.