Rb. Limburg, 17-10-2017, nr. 6238472 AZ VERZ 17-109
ECLI:NL:RBLIM:2017:10040
- Instantie
Rechtbank Limburg
- Datum
17-10-2017
- Zaaknummer
6238472 AZ VERZ 17-109
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLIM:2017:10040, Uitspraak, Rechtbank Limburg, 17‑10‑2017; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
AR 2017/5636
AR-Updates.nl 2017-1292
VAAN-AR-Updates.nl 2017-1292
Uitspraak 17‑10‑2017
Inhoudsindicatie
Werknemer berust in ontslag op staande voet. Transitievergoeding, billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging afgewezen. Werkgever niet-ontvankelijk in zelfstandig tegenverzoek (vergoeding wegens onregelmatige opzegging ex art. 7:677 lid 2 en 3 BW). Niet binnen de vervaltermijn ingediend.
Partij(en)
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6238472 AZ VERZ 17-109
Beschikking van de kantonrechter van 17 oktober 2017
in de zaak van
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] ,
wonend aan de [adres] , [woonplaats] ,
verzoekende partij, tevens verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde mr. D.M. Gijzen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLEXPOINT DIENSTEN GROEP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend aan de Roda J.C. Ring 101, 6466 NH Kerkrade,
verwerende partij, tevens verzoekende partij in het zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde mr. M.M.J.F. Sijben.
Partijen zullen hierna respectievelijk [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] en Flexpoint genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het op 14 augustus 2017 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- -
het op 5 oktober 2017 ter griffie ontvangen verweerschrift inclusief een zelfstandig tegenverzoek
- -
de op 6 oktober van Flexpoint ontvangen (in het verweerschrift ontbrekende) bijlage 4
- -
de mondelinge behandeling op 10 oktober 2017 ter gelegenheid waarvan partijen hun standpunten nader hebben toegelicht.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.
2. De feiten
2.1.
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] , geboren op [geboortedag] 1969, is sedert 1 februari 2016 in dienst van Flexpoint, krachtens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, in de functie van medior operator. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor uitzendkrachten van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (hierna: cao) van toepassing (bijlage 1 verzoekschrift).
2.2.
Flexpoint heeft [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] met ingang van 1 februari 2016 gedetacheerd bij - zijn voormalig werkgever - Tredegar, waar [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] voorafgaand aan de dienstbetrekking van Flexpoint van 4 november 2002 tot en met 31 januari 2016 in dienst is geweest.
2.3.
Naar aanleiding van een voorval op 27 juli 2017 heeft Flexpoint diezelfde dag [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] , na hem daarover gesproken te hebben, op staande voet ontslagen. Bij brief van 28 juli 2017 heeft (de gemachtigde van) Flexpoint het aan [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] gegeven ontslag op staande voet bevestigd. In de brief staat, voor zover van belang (bijlage 2 verzoekschrift):
“(…) Gisteren heeft cliënte u meegedeeld dat u op staande voet bent ontslagen. Dit wordt vandaag bij deze brief aan u bevestigd.
De reden van het ontslag op staande voet is dat u ernstige bedreigingen heeft geuit naar uw voormalig werkgever en inlener en klant van uw werkgeefster, alsmede richting cliënte en medewerkers van cliënte. Mensen voelen zich daardoor ernstig bedreigd en hebben ter zake ook de Politie ingeschakeld en aangifte gedaan bij Justitie.
Het voorval betreft uw handelwijze in de nacht van 26 op 27 juli, waarin u voor de poort bij Tredegar ernstige dreigementen heeft geuit en ook heeft aangegeven terug te zullen komen met een wapen en mensen bij cliënte en Tredegar te doden.
Deze handelwijze kan door cliënte niet worden geaccepteerd en daarom is er nu ontslag op staande voet verleend. (…)
U was ook gewaarschuwd. In een gesprek dat gehouden is op 13 juli is u door [naam 1] en [naam 2] absoluut verboden om nog enig contact te zoeken met uw voormalig werkgever Tredegar.
U viel Tredegar immers al geruime tijd lastig, zowel door telefonisch te stalken, alsook in woord en gedrag. U was ter zake dan ook gewaarschuwd. (…)”
3. Het geschil
3.1.
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] verzoekt Flexpoint te veroordelen tot betaling aan [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] van:
- a.
een billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW, vermeerderd met de wettelijke rente,
- b.
een transitievergoeding ex artikel 7:673 BW van € 5.270,40 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente,
- c.
€ 2.197,83 bruto althans € 1.241,68 netto aan loon tot de datum van opzegging van de arbeidsovereenkomst,
- d.
€ 1.098,69 bruto aan maximale wettelijke verhoging van 50%, vermeerderd met de wettelijke rente,
- e.
en vergoeding ex artikel 7:672 lid 10 BW van € 4.516,95 bruto over de termijn dat de overeenkomst bij regelmatige opzegging had behoren te duren, vermeerderd met de wettelijke rente,
- f.
de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Flexpoint heeft verweer gevoerd.
3.3.
Bij wijze van tegenverzoek wordt door Flexpoint verzocht veroordeling van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] tot betaling aan Flexpoint van:
- een vergoeding ex artikel 7:677 lid 2 en 3 BW van € 3.225,74 bruto en € 28,46 netto althans een bedrag van € 2.688,12 bruto en € 28,46 netto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2017 tot aan de dag van algehele voldoening,
- de kosten van deze procedure en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna - voor zover relevant - nader ingegaan.
4. De beoordeling
De verzoeken van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek]
4.1.
berust in beëindiging van het dienstverband.
4.2.
Aan de orde is of [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] aanspraak kan maken op een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ex artikel 7:672 lid 10 BW, een transitievergoeding ex artikel 7:673 BW en een billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW.
4.3.
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] heeft de voorliggende verzoeken betrekking hebbend op de billijke vergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging tijdig ingediend, omdat deze zijn ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst door Flexpoint is beëindigd (artikel 7:686a lid 4 aanhef en onderdeel a BW). Voor zover het verzoek betrekking heeft op de transitievergoeding, is het tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd (artikel 7:686a lid 4 aanhef en onderdeel b BW).
Transitievergoeding
4.4.
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] verzoekt Flexpoint te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding. Op grond van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW is de transitievergoeding niet verschuldigd, indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.
4.5.
Nu [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] heeft berust in de beëindiging van het dienstverband, hoeft de kantonrechter geen oordeel uit te spreken over de rechtsgeldigheid van het gegeven ontslag op staande voet. Wel dient de vraag beantwoord te worden of [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] voldoende heeft aangetoond dat hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld als gevolg waarvan [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] aanspraak kan maken op een transitievergoeding ex artikel 7:673 BW.
4.6.
Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, kan de aan- of afwezigheid van een dringende reden wel een rol spelen bij de beoordeling of aan de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] sprake is van (ernstige) verwijtbaarheid. Om die reden zal worden beoordeeld of [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] Flexpoint een dringende reden voor ontslag heeft gegeven.
4.7.
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] betwist enige bedreiging van welke aard dan ook te hebben geuit. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] zijn betwisting onvoldoende gemotiveerd. [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] heeft volstaan met een enkele blote ontkenning terwijl het op zijn weg had gelegen om op zijn minst toe te lichten hoe zijn ontkenning valt te rijmen met het aan hem verleende ontslag op staande voet en de inhoud van de door Flexpoint in het geding gebrachte verklaring van de heer [medewerker Tredegar] , werkzaam bij Tredegar (bijlage 1 verweerschrift: de e-mail van 27 juli 2017 om 3.10 uur aan zijn leidinggevende de heer [naam leidinggevende] ).
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] heeft - om hem moverende redenen - er voor gekozen om zelf niet ter zitting te verschijnen, terwijl hij juist degene is die zijn handelen op de bewuste dag en de periode daaraan voorafgaand ter zitting had kunnen verduidelijken en van een nadere toelichting had kunnen voorzien. Zijn gemachtigde is immers destijds niet daarbij aanwezig geweest.
4.8.
De heer [medewerker Tredegar] verklaart: “(…) Afgelopen nacht werden we rond het tijdstip van 2.10 uur “vereerd” met het bezoek van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] . Hij belde, in beschonken toestand, aan bij terreinpoort C (hoofdpoort).
Hij was verbaal dreigend/agressief en uitte zijn ongenoegen naar Tredegar en flexpoint toe. Hij gaf aan morgen (vandaag dus) terug te komen met een wapen (letterlijk 8 mm pistool) (…)”
4.9.
De verklaring is voldoende feitelijk. Daarin is de geuite bedreiging concreet omschreven. Voorts is van de zijde van Flexpoint gesteld dat [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] eerder - tijdens een op 29 juni 2017 plaatsgevonden gesprek - te kennen heeft gegeven niet voor zichzelf te kunnen instaan (bijlage 4 verweerschrift). De kantonrechter oordeelt dat bedreiging op zichzelf reeds een dringende reden is en dat dergelijk gedrag kan worden gekwalificeerd als ernstig verwijtbaar handelen. Nu door [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] onvoldoende is weerlegd dat hij dergelijke bedreigingen heeft geuit, moet er van uit worden gegaan dat hij zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen. Flexpoint als werkgever hoeft dergelijk gedrag niet te tolereren. Voorts was [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] een gewaarschuwd man. [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] is reeds eerder aangesproken op zijn gedrag en aan hem is door de heer [naam 1] meegedeeld dat het niet langer toegestaan was om contact op te nemen met Tredegar. [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] heeft dit advies niet opgevolgd, maar heeft Tredegar opnieuw opgezocht en aldaar bedreigingen geuit. Door [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] zijn geen omstandigheden gesteld en ook anderszins zijn die niet gebleken die zijn handelen c.q. gedrag in een ander daglicht plaatsen. Evenmin zijn door [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] omstandigheden aangevoerd die de conclusie rechtvaardigen dat in dit concrete geval het ontslag niet gerechtvaardigd zou zijn. Ook anderszins is daarvan niet gebleken.
4.10.
Gelet op het vorenstaande is [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] er niet in geslaagd om aan te tonen dat hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Nu er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen in de zin van artikel 7:673 lid 7 sub c BW betekent dit dat Flexpoint in beginsel geen transitievergoeding verschuldigd is aan [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] . Op grond van artikel 7:673 lid 8 BW kan de rechter, in afwijking van artikel 7:673 lid 7 sub c BW, de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk aan de werknemer toekennen indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] is geen beroep hierop gedaan althans is niet gesteld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om hem geen transitievergoeding toe te kennen. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] derhalve te worden afgewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente daarover.
Billijke vergoeding
4.11.
Uit artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW volgt dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding kan toekennen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Gelet op de wetsgeschiedenis is in het kader van artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW de ernstige verwijtbaarheid gegeven, nu de werkgever de voor een rechtsgeldig ontslag geldende voorschriften niet heeft nageleefd en in strijd met artikel 7:671 heeft opgezegd (zie: Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Een ontslag op staande voet dat niet rechtsgeldig wordt geacht, is dus als zodanig ernstig verwijtbaar, omdat dan is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu hiervoor reeds is geoordeeld dat
een dringende reden voor onverwijlde opzegging aanwezig was, en Flexpoint de overeenkomst dus niet in strijd met artikel 7:671 BW heeft opgezegd, zal het verzoek van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] om toekenning van een billijke vergoeding, alsmede de daarover gevorderde wettelijke rente, worden afgewezen.
Vergoeding wegens onregelmatige opzegging ex artikel 7:672 lid 10 BW
4.12.
Op grond van artikel 7:672 lid 10 BW is de partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. Nu Flexpoint de arbeidsovereenkomst terecht op 27 juli 2017 onverwijld heeft beëindigd, kan de door [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] gevorderde vergoeding wegens onregelmatige opzegging niet worden toegewezen. De daarover gevorderde wettelijke rente treft hetzelfde lot.
Achterstallig loon
4.13.
Het door [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] gevorderde bedrag van € 2.197,38 bruto oftewel € 1.241,68 netto ter zake achterstallig loon zal eveneens worden afgewezen. Flexpoint heeft gesteld en middels het als bijlage 5 bij verweerschrift ter zake dienend betalingsbewijs onderbouwd dat zij op 1 augustus 2017, derhalve voor indiening van onderhavig verzoek, voormeld bedrag aan [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] heeft betaald. Van de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] is daarop niet meer gereageerd, zodat de kantonrechter van de juistheid daarvan uit gaat. Gelet op het vorenstaande dient de daarover gevorderde wettelijke verhoging en de wettelijke rente eveneens te worden afgewezen.
4.14.
[verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Flexpoint worden begroot op
€ 400,00 salaris gemachtigde (2 punten x € 200,00).
Het zelfstandig tegenverzoek van Flexpoint
4.15.
De kantonrechter stelt vast dat Flexpoint het zelfstandig tegenverzoek te laat heeft ingediend. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.16.
Ingevolge artikel 7:686a lid 4 aanhef en onderdeel a BW vervalt de bevoegdheid om een op artikel 7:677 BW gegrond verzoekschrift bij de kantonrechter in te dienen twee maanden nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. De kantonrechter dient ambtshalve te toetsen of deze vervaltermijn is verstreken.
4.17.
De arbeidsovereenkomst tussen partijen is geëindigd op 27 juli 2017. Het verzoek van Flexpoint is eerst op 5 oktober 2017 en derhalve niet binnen de hiervoor vermelde vervaltermijn ingediend. Uit de wet en de wetsgeschiedenis valt niet af te leiden dat deze vervaltermijn niet van toepassing zou zijn op een tegenverzoek.
4.18.
Uit het vorenstaande volgt dat Flexpoint niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek.
4.19.
Flexpoint zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] worden begroot op
nihil.
5. De beslissing
De kantonrechter
het verzoek
5.1.
wijst de verzoeken van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] af,
5.2.
veroordeelt [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Flexpoint tot heden zijn begroot op € 400,00,
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
het tegenverzoek
5.4.
verklaart Flexpoint niet-ontvankelijk in haar tegenverzoek,
5.5.
veroordeelt Flexpoint tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek] tot heden zijn begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.Y.H.G. Erkens, kantonrechter, en is door mr.
P. Hoekstra, kantonrechter, in het openbaar uitgesproken.
Type: CJ