RAV 2011/76
Effectenlease. Mag de rechter bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een onaanvaardbare financiële last uitgaan van een algemene formule? Mogen behaalde voordelen bij andere effectenlease producten worden meegenomen bij de begroting van de schade?
HR 29-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4012 (Van der Heijden/Dexia)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/01279
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BP4012
- Roepnaam
Van der Heijden/Dexia
- JCDI
JCDI:ADS909421:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4012, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP4012, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2010
- Wetingang
BW art. 6:100, 162
Essentie
Effectenlease. Schadevergoeding.
Mag de rechter bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een onaanvaardbare financiële last uitgaan van een algemene formule? Mogen behaalde voordelen bij andere effectenlease producten worden meegenomen bij de begroting van de schade?
Samenvatting
Eiser is in de periode 1997 tot en met 2001 vijf effectenleaseovereenkomsten met Dexia aangegaan. Eiser heeft daartoe geld van Dexia geleend waarmee de effecten zijn aangekocht. Over het geleende bedrag was hij rente verschuldigd. De overeenkomsten zijn alle geëindigd met een schuld van eiser aan Dexia doordat de verkoopopbrengst van de effecten lager was dan de geleende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.