Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2015
- Bronpublicatie:
30-09-2015, Stb. 2015, 361 (uitgifte: 15-10-2015, kamerstukken: 33965)
- Inwerkingtreding
15-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2015, Stb. 2015, 473 (uitgifte: 11-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de voorwaarden en methoden voor berekening van vergoedingen die exploitanten van dienstvoorzieningen aan spoorwegondernemingen in rekening brengen voor het verlenen van toegang tot spoorweginfrastructuur en dienstvoorzieningen als bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdelen a en b, alsmede voor het verlenen van diensten in dienstvoorzieningen of diensten als bedoeld in artikel 67, eerste lid, onderdeel c.
2.
Bij de regels, bedoeld in het eerste lid, kan onderscheid worden gemaakt naar soort exploitant van een dienstvoorziening, soort spoorweginfrastructuur, soort dienstvoorziening en soort dienst. Die regels kunnen in ieder geval inhouden dat een exploitant van een dienstvoorziening een gescheiden boekhouding of een afzonderlijke administratie binnen de boekhouding voert en deze ter inzage legt.
3.
Exploitanten van dienstvoorzieningen tonen desgevraagd aan spoorwegondernemingen aan dat vergoedingen als bedoeld in het eerste lid, die aan die spoorwegondernemingen in rekening zijn gebracht, voldoen aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorwaarden en methoden van berekening van vergoedingen als bedoeld in het eerste lid en aan de netverklaring.
4.
Exploitanten van dienstvoorzieningen wenden de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, aan om hun onderneming van middelen te voorzien.
5.
De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.