Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Wmo 2015
Artikel 2ab [Hulp uit sociaal netwerk]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2019
- Bronpublicatie:
08-03-2019, Stcrt. 2018, 68315 jo Stcrt. 2019, 14678 (uitgifte: 19-03-2019, regelingnummer: 1473319-186499-WJZ)
27-11-2018, Stcrt. 2018, 68315 jo Stcrt. 2019, 14678 (uitgifte: 10-12-2018, regelingnummer: 1431181-182536-WJZ)
- Inwerkingtreding
01-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2018, Stcrt. 2018, 68315 (uitgifte: 10-12-2018, regelingnummer: 1431181-182536-WJZ)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien van toepassing kan een cliënt ten laste van zijn persoonsgebonden budget een hulp uit het sociaal netwerk voor maatschappelijke ondersteuning, die zonder dienstbetrekking wordt verleend, laten betalen:
- a.
een tegemoetkoming van maximaal € 141 per kalendermaand;
- b.
een door het college vastgestelde tegemoetkoming per kalendermaand voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding en reiskosten ten behoeve van de hulp.
Daartoe draagt hij zorg voor een verklaring. De verklaring wordt ingediend bij de Sociale verzekeringsbank. De Sociale verzekeringsbank stelt onmiddellijk het college daarvan in kennis.
2.
Een cliënt kan niet een overeenkomst als bedoeld in artikel 2b, eerste lid, onderdeel b, en de hiergenoemde verklaring met betrekking tot dezelfde derde, die ten laste van het persoonsgebonden budget betalingen zou ontvangen, indienen.
3.
Een verklaring wordt opgesteld volgens het vigerende, door de Sociale verzekeringsbank vastgestelde model en bevat ten minste:
- a.
de naam, de geboortedatum en het burgerservicenummer van de hulp uit het sociaal netwerk;
- b.
de ingangsdatum vanaf wanneer op verzoek een tegemoetkoming kan worden verstrekt;
- c.
de mededelingen dat de hulp uit het sociaal netwerk zonder dienstbetrekking maatschappelijke ondersteuning zal leveren aan de cliënt en of een bedrag per kalendermaand en of door het college vastgestelde bedragen worden aangevraagd;
- d.
de handtekening van de cliënt, waarmee die cliënt aangeeft dat hij inderdaad jeugdhulp uit het sociaal netwerk zal ontvangen, alsmede de handtekening van de hulp uit het sociaal netwerk.
4.
De verklaring, bedoeld in het eerste lid, behoeft de goedkeuring van het college.
5.
Het college kan de goedkeuring slechts geven indien de verklaring voldoet aan de eisen, bedoeld in het derde lid.
6.
Een wijziging van een goedgekeurde verklaring wordt onmiddellijk met een formulier aan de Sociale verzekeringsbank kenbaar gemaakt door middel van invulling van een daartoe door de Sociale verzekeringsbank beschikbaar gesteld modelformulier.