Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 8a.2.1 Algemene bevoegdheden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
11-11-2021, Stb. 2021, 548 (uitgifte: 15-11-2021, kamerstukken: 35606)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2021, Stb. 2021, 590 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Het bevoegd gezag stelt de studentenraad ten minste twee maal per jaar in de gelegenheid de algemene gang van zaken in de instelling met hem te bespreken. Het bevoegd gezag en de studentenraad komen met elkaar bijeen, indien daarom onder opgave van redenen wordt verzocht door het bevoegd gezag of de studentenraad.
2.
De studentenraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden, de instelling betreffende. Hij is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bevoegd gezag voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken, alsmede het bevoegd gezag te verplichten daarover een standpunt in te nemen en bekend te maken.
3.
Het bevoegd gezag verstrekt de studentenraad desgevraagd tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.
4.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor de voorzieningen die de studentenraad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.
5.
De studentenraad doet jaarlijks schriftelijk verslag van zijn werkzaamheden en draagt er zorg voor dat alle bij de instelling betrokkenen van het verslag kennis kunnen nemen.