V-N 2011/23.14
Conclusie over valutawinst op besmette concernlening (art. 3.8 Wet IB 2001; art. 10a lid 2 (oud), art. 10a lid 3 (oud) en art. 8 lid 1 Wet VPB 1969)
HR (A-G) 24-03-2011, ECLI:NL:PHR:2012:BQ1248, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
24 maart 2011
- Zaaknummer
10/03465
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BQ1248
- JCDI
JCDI:ADS178163:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BQ1248, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BQ1248, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2011
- Wetingang
art. 3.8 Wet IB 2001; art. 10a lid 2 (oud), art. 10a lid 3 (oud) en art. 8 lid 1 Wet VPB 1969
Essentie
Conclusie over valutawinst op besmette concernlening (art. 3.8 Wet IB 2001; art. 10a lid 2 (oud), art. 10a lid 3 (oud) en art. 8 lid 1 Wet VPB 1969)
Samenvatting
De belanghebbende X bv heeft in 2004 $ 47 564 887 geleend van haar Belgische 100%-moedervennoot schap. Eind 2004 heeft de moedervennootschap haar vordering omgezet in agio op de aandelen in de belanghebbende, waarbij de belanghebbende een valutawinst van € 4 240 672 op haar schuld heeft behaald. Niet in geschil is dat de lening onder de aftrekuitsluiting van art. 10a Wet VPB 1969 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.