NJ 2016/197
Verjaring vordering vennootschap tegen bestuurder ex art. 2:9 BW; art. 3:310 lid 1 BW; aanvang verjaringstermijn; maatstaf; verlengingsgrond art. 3:321 lid 1 onder d juncto art. 3:320 BW; ambtshalve toepassing? Regresvordering ex art. 6:10 lid 2 BW; bijdrageplicht hoofdelijke schuldenaar; onderlinge verhouding; stelplicht en bewijslast.
HR 04-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6769, m.nt. C.E. du Perron
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
10/04859
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Noot
C.E. du Perron
- LJN
BV6769
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154047:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV6769, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV6769, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2010
- Wetingang
Essentie
Verjaring vordering vennootschap tegen bestuurder ex art. 2:9 BW; art. 3:310 lid 1 BW; aanvang verjaringstermijn; maatstaf; verlengingsgrond art. 3:321 lid 1 onder d juncto art. 3:320 BW; ambtshalve toepassing? Regresvordering ex art. 6:10 lid 2 BW; bijdrageplicht hoofdelijke schuldenaar; onderlinge verhouding; stelplicht en bewijslast.
Het hof heeft bij zijn oordeel dat de vordering ex art. 2:9 BW is verjaard niet miskend hetgeen volgens vaste rechtspraak geldt voor de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW. Het hof is kennelijk ervan uitgegaan dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.