Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/9
9 De Handhavingsrichtlijn in internationale en communautaire context
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS582588:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Reinbothe 2010 p. 4.
Reinbothe 2010, p. 3 e.v.
Gervais 2003, nr. 2.375.
Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs),Trb. 1995, 130. Zie ook de memorie van toelichting bij de goedkeuring van het WTO- verdrag: Kamerstukken II, 23961, p. 74-80 (MvT) en Goedkeuringswet 21 december 1994, Stb. 1994, 947.
De TRIPs-overeenkomst is in 1994 tot stand gekomen als onderdeel van de GATT- onderhandelingen (Global Agreement on Tariffs and Trade). Bij de oprichting van de WTO (World Trade Organisation, ofwel Wereldhandelsorganisatie) werd het GATT- verdrag, evenals andere tot dan toe onafhankelijk van elkaar bestaande verdragen, waaronder het GATS-verdrag (General Agreement on Trade in Services) onder de paraplu van de WTO gebracht en gezamenlijk ‘WTO-handelsovereenkomsten’ genoemd. De TRIPs-overeenkomst is als bijlage opgenomen bij het Wereldhandelsverdrag, het oprichtingsverdrag van de WTO; Stoll e.a. 2009, hoofdstuk I; Gervais 2003, Part One, p. 3 e.v.; Marijs 2010, par. 1.2.
Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten, PbEU 2003, L 196/7.
COM(2014)392 final.
COM(2014)392 final, p. 2.
De Handhavingsrichtlijn en de daarmee beoogde harmonisering van nationale wetgeving met betrekking tot de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten wordt wel beschouwd als één van de meest vergaande communautaire initiatieven op het terrein van IE-handhaving. Het is evenwel niet het eerste, en zeker ook niet het enige supranationale initiatief op dit gebied. Toen namaak- en piraterijpraktijken in de jaren ’80 een grote vlucht namen, kreeg de gedachte ‘rights without sanctions are no rights’ vorm1 en werd gesproken over bijzondere handhavingsregelgeving op supranationaal niveau als oplossing voor het probleem.2 In die jaren en de daaropvolgende decennia zijn binnen de verschillende lagen in de internationale en communautaire rechtsorde meerdere initiatieven ontplooid waarmee de strijd tegen namaak en piraterij moest worden aangegaan.
Op internationaal niveau was reeds een aantal multilaterale en bilaterale handelsverdragen gesloten dat de intellectuele eigendom betreft. De ‘traditionele’ verdragen en conventies die dateren van het eind van de 19e eeuw schrijven voor dat bescherming moet worden geboden tegen inbreuken op IE-rechten. Zij zwijgen echter over de wijze waarop de bescherming en handhaving van die rechten dienen te worden gewaarborgd.3 Het in 1994 tot stand gekomen TRIPs-overeenkomst (Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights, ofwel het Verdrag inzake handelsaspecten van intellectuele eigendom – een bijlage van het Wereldhandelsverdrag) was in dat opzicht revolutionair.45 De TRIPs-overeenkomst bevat een afzonderlijk hoofdstuk dat geheel is gewijd aan de handhaving van IE-rechten. Dat hoofdstuk handelt niet alleen over toegang tot de rechter, douanemaatregelen, schadevergoeding en beslag, maar ook over voorlopige maatregelen die kunnen worden getroffen in geval van inbreuk op IE-rechten. De handhaving van IE-rechten met behulp van privaatrechtelijke sancties en remedies kreeg daarmee een nieuwe dimensie. Met de TRIPs-overeenkomst is bovendien de basis gelegd voor vele daaropvolgende internationale en communautaire initiatieven die de handhaving van IE-rechten betreffen.
Op communautair niveau kan ten aanzien van de verschillende ‘handhavingsinitiatieven’ onderscheid worden gemaakt tussen maatregelen die zijn getroffen aan de buitengrens van de EU en maatregelen die de interne markt betreffen. Tot de eerste categorie behoort de Verordening 1383/2003, ook wel de Anti-Piraterij Verordening genoemd, waarmee de EU de im- en export van namaakgoederen beoogt tegen te gaan (nr. 11).6 Binnen de EU gaven de harmonisering van materiële IE-wetgeving ende creatie van Unierechten (nr. 12) aanleiding zekere maatregelen ter handhaving van die rechten op communautair niveau te treffen. In de verschillende IE-richtlijnen en -verordeningen zijn bepalingen opgenomen die voorzien in sancties op te leggen aan inbreukmakers of maatregelen te treffen in geval van inbreuk. Daarbij kan worden gedacht aan een verplichting van de inbreukmaker tot het betalen van een schadevergoeding aan de rechthebbende en de mogelijkheid tot inbeslagname van inbreukmakend materiaal.7 De Handhavingsrichtlijn, waarmee horizontale harmonisatie van de nationale wetgevingen op het gebied van handhaving van IE-rechten is beoogd, behoort tot de categorie communautaire ‘handhavingsinitiatieven’ die de interne markt betreffen (nr. 13).
Nadien zijn nog meer initiatieven ontplooid in de strijd tegen inbreuk. In 2014 heeft de Europese Commissie een EU-actieplan gelanceerd getiteld ‘Towards a renewed consensus on the enforcement of Intellectual Property Rights’.8 Daarin worden nieuwe beleidsinstrumenten op het gebied van handhaving voorgesteld, zoals een zogenaamde ‘follow the money’-benadering. Het doel is degenen die op commerciële schaal inbreuk maken, de opbrengsten van inbreuk te ontnemen.9 Tevens onderdeel van het actieplan is een strategie om het invoeren van strengere normen ter bescherming van IE en bestrijding van inbreukmakende activiteiten in derde landen te bevorderen.