NJ 1917, p. 1186
Gedeeltelijke betaling door den borg. Faillissement van den schuldenaar.
HR 09-11-1917, ECLI:NL:HR:1917:149
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 november 1917
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H- de Savornin Lohman. Raden: Mrs. B. C. J. Loder; A. Fentener van Vlissingen; C. O. Segers;H. M. A. Savelberg.
- Zaaknummer
[09111917/NJ_1917,_p._1186]
- Conclusie
Conclusie van den Advocaat-Generaal Mr. R. B. Ledeboer.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS118946:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1917:149, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑11‑1917
- Wetingang
(BW art. 1439.)
Essentie
Gedeeltelijke betaling door den borg. Faillissement van den schuldenaar.
Samenvatting
Art. 1439 B. W. regelt uitsluitend de onderlinge verhouding van schuldeischer , en borg en beoogt geenszins den borg bij de uitoefening van zijn rechten tegen den hoofdschuldenaar een plaats aan te wijzen beneden alle andere, overigens met hem gelijkstaande crediteuren.
Dit geschiedt echter onvermijdelijk, indien het art. toepasselijk wordt geacht bij schulden die, behalve door borgtocht, niet door andere zekerheid zijn gedekt. Daarom moet die opvatting worden vervsorpen.
Ook van elders blijkt dat de wetgever de toepasselijkheid van art. 1439 B. W. op concurrente schulden niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.