Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 96 [Beroep tegen voortduring vrijheidsontneming]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2004
- Redactionele toelichting
Ten aanzien van de vreemdeling aan wie op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging zijn vrijheid is ontnomen, blijft het recht zoals het gold voor inwerkingtreding van deze wijziging van toepassing tot het moment van de eerstvolgende uitspraak, bedoeld in artikel 94 of artikel 96.
- Bronpublicatie:
24-06-2004, Stb. 2004, 298 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 28749)
- Inwerkingtreding
01-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-08-2004, Stb. 2004, 404 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Indien het beroep, bedoeld in artikel 94, ongegrond is verklaard en de vreemdeling beroep instelt tegen het voortduren van de vrijheidsontneming, sluit de rechtbank het vooronderzoek binnen een week na ontvangst van het beroepschrift. In afwijking van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht kan de rechtbank ook zonder toestemming van partijen bepalen dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.
2.
De rechtbank doet mondeling of schriftelijk uitspraak. De schriftelijke uitspraak wordt binnen zeven dagen na de sluiting van het onderzoek gedaan. In afwijking van artikel 8:66, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de in dat artikel bedoelde termijn niet worden verlengd.
3.
Indien de rechtbank bij het beroep van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel in strijd is met deze wet dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij het beroep gegrond. In dat geval beveelt de rechtbank de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.